Nederland staat voor grote maatschappelijke uitdagingen. Uitdagingen waar innovatie een bijdrage aan kan leveren, van supersterke batterijen tot duurzame materialen voor de bouw. Innovatieve toepassingen vormen de technologische basis voor economische vernieuwing en maken nieuwe oplossingen mogelijk voor maatschappelijke vraagstukken, nu en in de toekomst.
Hoe staat Nederland ervoor?
Omdat een internationale vergelijking lastig is, kijken we hier bij welke maatschappelijke thema’s en sleuteltechnologieën de meeste activiteiten in termen van projecten en middelen plaatsvinden. De middelen waarover hier gerapporteerd wordt zijn die van de PPS- innovatieregeling, de MIT-regeling, de SBIR en de inzet van Horizon Europe en van de TO2-instellingen NWO, TNO, NLR, Marin, Deltares binnen het missiegedreven innovatiebeleid.
Inzet op maatschappelijke thema's
In 2024 is in middelen uitgedrukt het meest op het thema Gezondheid & Zorg ingezet, gevolgd door Klimaat en Energie.
Meer over de inzet op maatschappelijke thema's
Inzet op sleuteltechnologieën
Ongeveer 54 procent van de middelen uit de PPS-toeslagregeling, MIT en SBIR richt zich op sleuteltechnologieën. Er wordt vooral ingezet op Hightech, waarbij de clusters Life science technologies en Engineering and fabrication technologies de grootste categorieën vormen.
Welke knelpunten zien we?
Voor onderwerpen als de energietransitie, het creëren van een circulaire economie of andere maatschappelijke uitdagingen van vandaag geldt dat deze transities niet of niet snel genoeg via de markt tot stand komen, of dat de markt vanuit maatschappelijk oogpunt de verkeerde kant op beweegt, en doordat bestaand overheidsbeleid veranderingen mogelijk tegenhoudt. Met missiegedreven innovatiebeleid willen we dit aanpakken.
Wat is onze ambitie?
In het missiegedreven innovatiebeleid staan vijf missies centraal:
- Energietransitie: Nederland klimaatneutraal in 2050;
- Circulaire Economie: Nederland volledig circulair in 2050;
- Gezondheid & Zorg: Mensen in Nederland leven vijf jaar langer gezond en er zijn 30 procent minder gezondheidsverschillen tussen sociaal-economische groepen in 2040;
- Landbouw, Water en Voedsel: Een vitaal landelijk gebied en een veerkrachtige natuur in een klimaatbestendig Nederland. Water en bodem zijn sturend, het landbouw- en voedselsysteem is duurzaam en gezond en de delta is veilig;
- Veiligheid: Nederland is veilig en weerbaar tegen externe dreigingen en ondermijnende criminaliteit, zowel in de fysieke omgeving als het digitale domein.
Inzet op sleuteltechnologieën en digitalisering is een belangrijke voorwaarde om deze missies te realiseren. Denk aan technologieën zoals fotonica, kunstmatige intelligentie, quantum- en biotechnologie, die economische en maatschappelijke vernieuwing ondersteunen en mogelijk maken. Goede valorisatie van kennis en innovatie is een belangrijke voorwaarde voor het vergroten van de impact van deze technologieën.
Hoe gaan we dat realiseren?
Inzet op maatschappelijke thema's
Sinds 2011 werken ondernemers, wetenschappers en de overheid in de topsectoren samen aan het versterken van de economie met innovaties, het verzilveren van internationale kansen, het vergroten van menselijk kapitaal en het investeren in wetenschappelijk onderzoek.
Sinds eind 2019 koppelen we met de missiegedreven aanpak de innovatiekracht van de topsectoren aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. In 2023 is deze aanpak hernieuwd. Het kabinet heeft daartoe vijf centrale missies geformuleerd, op basis waarvan de topsectoren acht kennis- en innovatieagenda’s (KIA’s) hebben opgesteld voor de periode 2024-2027. Deze KIA’s bouwen voort op de KIC-periode 2020-2023. Naast de eerder hierboven genoemde vijf missies zijn er drie dwarsdoorsnijdende KIA’s:
- Sleuteltechnologieën;
- Digitalisering;
- Maatschappelijk Verdienvermogen.
Om welke bedragen gaat het?
Voor verslagjaar 2024 stond er op de ontwerpbegroting 2026 van het ministerie van Economische Zaken ongeveer 216 miljoen euro aan uitgaven vanuit het bedrijvenbeleid die aan dit tactische doel zijn te koppelen. Dit is inclusief het budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen in het geval van fiscale instrumenten.
Hoe evalueren wij de effecten?
Voor verslagjaar 2024 stond er op de ontwerpbegroting 2026 van het ministerie van Economische Zaken ongeveer 216 miljoen euro aan uitgaven vanuit het bedrijvenbeleid die aan dit tactische doel zijn te koppelen. Dit is inclusief het budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen in het geval van fiscale instrumenten.
Ter voorbereiding op de evaluatie van het missiegedreven innovatiebeleid is een onderzoek uitgevoerd naar hoe zo’n evaluatie vormgegeven kan worden en welke data daarvoor benodigd zijn. In het KIC zijn, ten behoeve van de monitoring en deze evaluatie, afspraken vastgelegd over dataverzameling van de basiskarakteristieken van de innovatieprojecten die onder het KIC vallen.
Wat heeft het tot nu toe opgeleverd?
- Kennis- en Innovatieconvenant 2024-2027 www.rijksoverheid.nl
- Kennis- en innovatieconvenant 2020-2023 www.rijksoverheid.nl
- Kennis- en Innovatieconvenant 2020-2023: budgetten voor missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid 2021 www.topsectoren.nl/
Gerelateerde beleidsinstrumenten
Om dit doel te bereiken, zetten we op verschillende beleidsinstrumenten in. De belangrijkste zijn: