Met het bedrijvenbeleid ondersteunt het ministerie van Economische Zaken (EZ) de transitie naar een duurzame economie met een sterk innovatievermogen, een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat en maatschappelijk verantwoorde productiviteits- en welvaartsgroei, in een weerbaar Europa.
Hoeveel geld zetten we in?
In 2026 is in totaal zo’n 10,9 miljard euro beschikbaar vanuit de begrotingsartikelen 2 en 3 van het ministerie van Economische Zaken (EZ), om de ambities en de strategische doelen van het bedrijvenbeleid te realiseren. Dat is zo’n 3,3 miljard euro minder dan in 2024. Deze forse afname heeft grotendeels te maken met het afschaffen van de bpm-vrijstelling voor ondernemers, de btw-verlaging op logies en de afbouw van de zelfstandigenaftrek.
Voor het bedrijvenbeleid worden vooral fiscale instrumenten ingezet (via belastingkortingen). De verdeling van de middelen ziet er in 2026 als volgt uit:
- Fiscale stimulering ondernemerschap: 8,6 miljard euro
- 1,3 miljard euro naar directe fiscale ondersteuning van ondernemers (zoals de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en de Zelfstandigenaftrek)
- 4,78 miljard euro naar fiscale innovatiestimulering (zoals de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) en de Innovatiebox).
- Ongeveer 1,3 miljard euro gaat naar sectorstimulering (via onder andere verlaagd tarief motorrijtuigenbelasting bestelauto’s).
- Niet-fiscale stimulering: ongeveer 2,3 miljard euro waarvan zo’n 669 miljoen euro aan directe subsidies.
Klik hier om meer te lezen over de ambities van het bedrijvenbeleid en het bijbehorende budget.