De World Competitiveness Ranking van het International Institute for Management Development (IMD) geeft het meest complete en actuele beeld over de Nederlandse positie op een ranglijst van concurrerende landen. In 2025 is Nederland hierop gedaald van de negende naar de tiende plek.
Nederland niet langer in de top vijf
Het demissionaire kabinet-Schoof wil dat Nederland tot de top vijf van meest concurrerende landen wereldwijd behoort. Hiertoe moet het Nederlandse ondernemingsklimaat worden versterkt. De ranglijst van het IMD rangschikt 69 economieën wereldwijd en laat zien dat Nederland in 2025 op de tiende plek staat. Dit betekent een aanzienlijke daling na enkele jaren met een positie rond de vijfde plaats.
De meest recente top vijf van de ranglijst bestaat uit Singapore, Zwitserland, Denemarken, Ierland en Hong Kong. Binnen Europa neemt Nederland nog wel de vijfde positie in.
Positie Nederland op globale ranglijsten, 2007-2025
Hoe scoort de Nederlandse economie op onderdelen?
Na een jarenlange vrij stabiele positie op de ranglijst, is Nederland sinds 2024 uit de top vijf weggezakt. Waar komt die daling vandaan?
Ontwikkeling deelindicatoren IMD-ranglijst, 2023-2025
De absolute totaalscore van Nederland is toegenomen, maar andere landen binnende top-tien hebben een nóg sterkere toename gezien van hun totaalscore.
De IMD-ranglijst constateert een aanzienlijke daling op de ranglijst van ‘Economic performance’, vooral op het onderdeel internationale investeringen.
’Government efficiency’ is een maatstaf van de mate waarin overheidsbeleid een concurrerende economie stimuleert. Daarin scoort Nederland in 2025 niet goed op het fiscaal beleid.
’Business efficiency’ meet in hoeverre bedrijven worden gestimuleerd om innovatief, winstgevend en verantwoord te presteren. Hier scoort Nederland bijvoorbeeld goed op het terrein van arbeidsmarkt en financiering en ook beter dan vorig jaar.
Op het terrein van infrastructuur is het vooral de energie-infrastructuur die slechter gewaardeerd wordt, wat vermoedelijk samenhangt met de perceptie rondom de problematiek van netcongestie.