De ruimte voor bedrijven staat onder druk. Naast voldoende en goede ruimte voor bedrijvigheid op de juiste plek is er ook meer ruimte nodig voor wonen, de energietransitie en natuur. 

Hoe staat Nederland ervoor?

Het grootste deel van het bodemgebruik bestaat uit agrarisch terrein en natuur. Het grondgebruik (exclusief het bodembeslag van water) voor bedrijven zoals bedrijventerreinen en kantoren bedroeg in 2020 2,8 procent van het totale bodemgebruik van Nederland.

Bodemgebruik 2020 (exclusief bodembeslag van water)

Bron: CBS

Ontwikkeling in ruimte gebruik bedrijventerreinen

Tussen 2000 en 2020 is het areaal agrarisch terrein afgenomen ten gunste van de ruimte voor vooral natuur, wonen, bedrijven, recreatie en water. Het bodemgebruik voor natuur nam met 147.000 hectare (ha) het meeste toe, gevolgd door de toename van wonen met bijna 35.000 ha. 

Voor het meten van het bodemgebruik wordt per 2020 een nieuwe methodiek door het CBS gehanteerd, waardoor de een één-op-één vergelijking gepaard gaat met methodische kanttekeningen. Eén van de effecten lijkt te zijn dat er  enige uitruil heeft plaatsgevonden tussen de categorieën agrarisch en bos en natuur. 

Lees hier meer over de nieuwe methodiek 

Bodemgebruik 2020-2000 (exclusief bodem beslag van water)

Verschil 2020-2000 (x 1000 ha.)

Bron: CBS

Welke knelpunten zien we?

Bedrijventerreinen concurreren met ruimte voor natuur en woningbouw. De transitie van onze energie-intensieve industrie en de grootschalige logistieke bedrijvigheid vragen de komende jaren extra ruimte.  

Om zicht te krijgen op de ruimtelijke economische ontwikkelingen richting 2050 is door ministerie van Economische Zaken (EZ) in 2024 een Ruimtelijke Economische Verkenning (REV) opgesteld.  

Lees hier meer over de Ruimtelijke Economische Verkenning  

In 2025 is vervolgens een Ruimtelijk Economische Visie opgesteld. In deze visie wordt de ontwikkeling van de Nederlandse economie vertaald naar de ruimtelijke implicaties. De visie dient ook als economische bouwsteen voor de Nota Ruimte.  

De Visie noemt drie sturingsprincipes voor ruimtelijk economisch beleid:  

  • Een samenhangend systeem op nationaal en internationaal niveau: Het Rijk ziet een rol voor zichzelf waar het gaat om het borgen van economische functies die een regio-overstijgend effect of functie hebben.  

  • Voldoende en diverse ruimte voor economische activiteiten in heel Nederland: Het Rijk zet samen met decentrale overheden in op het realiseren van voldoende ruimte voor verschillende typen economische activiteiten.  

  • Regionale kenmerken centraal in economische ontwikkeling: Elke regio draagt op een andere manier bij aan het verdienvermogen en elke regio heeft een ander economisch potentieel. Om alle regio’s te kunnen laten floreren sluiten we aan bij regionale kenmerken en kansen voor competitieve regio’s.  

Lees hier meer over de Ruimtelijk Economische Visie 

Lees hier meer over de Nota Ruimte 

Wat is onze ambitie?

In het Programma “Ruimte voor Economie” zet EZ in op het realiseren van voldoende en kwalitatief goede ruimte voor bedrijvigheid op de juiste plek. Het programma heeft vier doelstellingen:  

  • Ruimte voor een circulaire en CO2-neutrale industrie  

  • Ontwikkelruimte voor kennisindustrie en kennisclusters 

  • Inpassing van grootschalige bedrijfsvestigingen 

  • Goede en betaalbare vestigingsmogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf 

Samen met provincies, gemeenten en bedrijfsleven willen we bedrijfsactiviteiten ruimtelijk faciliteren die cruciaal zijn voor de transities en de weerbaarheid van de economie. 

Lees hier meer over het EZ (2023) Programma Ruimte voor de Economie 

Meer over de ruimtebehoefte van bedrijventerreinen

Hoe gaan we dat realiseren?

Om dit tactische doel te realiseren, zijn in het Programma Ruimte voor Economie vier zogenoemde ‘actielijnen’ opgesteld: 

  • Het opbouwen en in stand houden van een uniforme kennisbasis met als doel vraag en aanbod optimaal bij elkaar te brengen 

  • Zorgen voor voldoende fysieke ruimte voor clusters van nationaal belang 

  • Realiseren van toekomstbestendige bedrijfsterreinen 

  • Sturen op een gezonde woon-werkbalans in stedelijke gebieden 

Om welke bedragen gaat het?

Voor verslagjaar 2024 stond er op de ontwerpbegroting 2026 van het ministerie van Economische Zaken 14,6 miljoen euro aan uitgaven vanuit het bedrijvenbeleid die aan dit tactische doel zijn te koppelen.  

Wat heeft het tot nu toe opgeleverd?

Het programma is in oktober 2023 vastgesteld en heeft daarmee nog maar beperkt meetbare resultaten opgeleverd. Daarnaast is het doel van het programma ook om bewustwording van de schaarste aan ruimte voor bedrijven te vergroten en bouwstenen te leveren aan andere ruimtelijke dossiers zoals de Nota Ruimte. Een succesvolle uitvoering van een programma valt of staat met een goed ingerichte monitoringstructuur en sturingsfilosofie.  

Momenteel is het Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem (IBIS) de belangrijkste basis voor het registreren en raadplegen van gegevens over werklocaties. Vanuit dit programma wordt de geleidelijke uitbouw van IBIS door provincies ondersteund.  

Op dit moment wordt een aanpak voor een Pilot toekomstbestendige bedrijventerreinen uitgerold.  

Gerelateerde beleidsinstrumenten