Het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen zijn doelwit van gerichte investeringen, spionage, sabotage en cyberaanvallen door zogeheten statelijke actoren. Dat is een bedreiging voor hun bedrijfsprocessen en onze nationale veiligheid. Dit vraagt om robuust overheidsbeleid op economische veiligheid.

Hoe staat Nederland ervoor?

De wereld om ons heen is de afgelopen jaren onveiliger geworden. Zorgen voor onze economische veiligheid is urgenter en actueler dan ooit. Het kabinet heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een robuust beleid en instrumentarium. Uit onderzoek van Clingendael blijkt dat Nederland daardoor is uitgegroeid tot voorloper in Europa op het gebied van economische veiligheid.

Welke knelpunten zien we?

Machtsverhoudingen in de wereld veranderen in hoog tempo. De internationale veiligheidssituatie is de afgelopen jaren sterk verslechterd. Een open en op regels gebaseerde wereldeconomie is niet langer vanzelfsprekend. We ontlenen een belangrijk deel van ons verdienvermogen aan onze internationale verbondenheid. Die verbondenheid willen we zoveel mogelijk behouden.

We zien dat toegang tot kennis, technologie en kritieke grondstoffen in toenemende mate bepalend is voor het waarborgen van onze nationale veiligheid. Sommige statelijke actoren deinzen er niet voor terug om economische middelen in te zetten als geopolitiek drukmiddel.

Statelijke actoren zijn alle partijen die namens een staat handelen of optreden. Dit kunnen bijvoorbeeld onderdelen van de overheid zijn, inlichtingendiensten, politie of delen van het leger. Een voorbeeld van zulke economische middelen is het (dreigen met het) afknijpen van toeleveringsketens van geneesmiddelen of grondstoffen.

Tegelijkertijd staat ons nationale en Europese concurrentievermogen onder druk. Dat terwijl een concurrerend bedrijfsleven met mondiale technologische leiders juist bij kan dragen  aan onze economische veiligheid. Op hoe meer vlakken Nederland en Europa technologische leiderschapschapsposities innemen, hoe kleiner de kans dat andere staten onze afhankelijkheden van hen tegen ons inzetten. Daarom moeten niet naïef zijn, en onze nationale en Europese capaciteiten beschermen en versterken, waar het aan onze nationale veiligheid raakt.

Ondersteuning van het bedrijfsleven bij het omgaan met economische veiligheidsrisico’s is noodzakelijk. Ondernemingen, zeker het kennisintensieve mkb, zijn over het algemeen nog onvoldoende toegerust om de risico’s adequaat het hoofd te kunnen bieden. Niet alleen bedrijven zijn daar op termijn de dupe van. Het zorgt er ook voor dat de Nederlandse bevolking kwetsbaar wordt voor kwaadwillende actoren en daarmee ook dat de nationale veiligheid in gevaar komt.

Wat is onze ambitie?

Het Nederlandse economische veiligheidsbeleid richt zich op het weerbaar maken van onze economie tegen initiatieven die een risico vormen voor de nationale veiligheid door, of in opdracht van, statelijke actoren. Onze drie hoofddoelen zijn:

  1. het tegengaan van ongewenste kennis- en technologieoverdracht;
  2. het borgen van de continuïteit van vitale processen;
  3. het verminderen en voorkomen van risicovolle strategische afhankelijkheden.

Bij het tegengaan van ongewenste kennis- en technologieoverdracht kun je denken aan het voorkomen van het weglekken van unieke kennis en technologie van toonaangevende Nederlandse bedrijven in de halfgeleider, fotonica, quantum en high assurance ecosystemen.

Bij het borgen van de continuïteit van vitale processen hebben we het bijvoorbeeld over de continuïteit van ons energiesysteem, betalingsverkeer, digitale infrastructuur of drinkwatervoorziening.

Ten behoeve van het verminderen van risicovolle strategische afhankelijkheden worden bijvoorbeeld analyses uitgevoerd op digitaal en technologisch terrein, chemie, kritieke grondstoffen en binnen het energiedomein. Als daarbij inderdaad risicovolle strategische afhankelijkheden worden geconstateerd, worden daar doelmatige en proportionele handelingsopties voor ontwikkeld. Vroegtijdig optreden met zo min mogelijk marktverstoring geniet de voorkeur.

Hoe gaan we dat realiseren?

Het realiseren van de doelstellingen vereist een geïntegreerde aanpak langs drie sporen: protect (beschermen), promote (versterken) en partner (samenwerken). Die sporen worden versterkt door actieve ondersteuning van het bedrijfsleven en kennisopbouw rondom economische veiligheid.

Protect

Beschermende maatregelen zijn nodig om kwetsbaarheden op het gebied van kennis en technologie, vitale processen en risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen. Zo voorkomen we dat deze kwetsbaarheden tegen ons worden gebruikt. Dat doen we onder andere via het stelsel van investeringstoetsing en de Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid.

Het stelsel van investeringstoetsing bestaat uit sectorale wetgeving en de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo). Het Bureau Toetsing Investeringen (BTI) ontvangt in dat kader de meldingen en doet onderzoek naar mogelijke risico’s voor de nationale veiligheid.

Promote

Een sterke, innoverende en concurrerende economie is beter bestand tegen dreigingen voor de nationale veiligheid. Door in te zetten op het versterken van concurrentievermogen en technologisch leiderschap in strategisch belangrijke sectoren, behoud of verkrijg je punten in strategische waardeketens. Wanneer een economie over meerdere van dat soort punten beschikt, daalt de kans dat andere staten ons met het afknijpen van strategische afhankelijkheden onder druk kunnen zetten.

Daarom zijn, naast het creëren van de juiste randvoorwaarden, in specifieke gevallen actieve en gerichte stimulerende maatregelen nodig. Die zijn erop gericht om (technologische) leiderschapsposities en essentiële capaciteiten in strategische waardeketens te verkrijgen en te behouden.

De Nationale Technologiestrategie is hier een voorbeeld van. Verder zet het kabinet onder de Nationale Grondstoffenstrategie (NGS) en onder andere het Nationaal Materialen Observatorium in op een aanpak om de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen te vergroten.

Partner

Ten derde is samenwerking met (internationale) publieke en private partners nodig voor het behoud van een gelijk speelveld, versterking van onze internationale positie en vergemakkelijking van de toegang tot technologie, producten en kritieke grondstoffen die we zelf niet in huis hebben. Voorbeelden van partner-initiatieven zijn EU bilaterale grondstoffenpartnerschappen en de Semicon Board NL.

Ondersteuning bedrijfsleven

Ondersteuning van het bedrijfsleven bij het omgaan met economische veiligheidsrisico’s is noodzakelijk, omdat zij in dit kader het primaire doelwit zijn. Daarom zetten we in op het actief stimuleren en ondersteunen van het bedrijfsleven bij het nemen van maatregelen ter versterking van hun weerbaarheid tegen economische veiligheidsdreigingen.

Een belangrijk instrument in dit kader is het Ondernemersloket Economische Veiligheid (OLEV). Het OLEV is hét centrale, Rijksbrede aanspreekpunt van de overheid voor Nederlandse mkb’ers die actief zijn in de internationale wereld van kennisintensieve vakgebieden en sleuteltechnologieën. Het helpt ondernemers met vragen over economische veiligheid, bijvoorbeeld over bedrijfsspionage, werving en selectie of het opzetten van een vestiging in een buitenland.

Om welke bedragen gaat het?

Voor verslagjaar 2024 stond er op de ontwerpbegroting 2026 van het ministerie van Economische Zaken ongeveer 128,4 miljoen euro aan uitgaven vanuit het bedrijvenbeleid die aan dit tactische doel zijn te koppelen. Dit is inclusief het budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen in het geval van fiscale instrumenten.

Vanuit dit bedrag worden verschillende instrumenten en inzet op het terrein van economische veiligheid gefinancierd, zoals de NGS, het BTI en middelen ter ondersteuning van ondernemers en het doen van onderzoek.

De uitgaven aan de Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid zijn ondergebracht in een aparte bv in beheer van Invest-NL.

Hoe evalueren wij de effecten?

In 2025 vindt er een tussenevaluatie plaats van de Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid. Daarnaast wordt de Wet Vifo voor het eerst geëvalueerd. De evaluaties worden begin 2026 gepubliceerd.

Beleidsinstrumenten

Zie ook