Verdiepende analyses

Wie maken er precies gebruik van de steunmaatregelen? Hoe waren hun prestaties? In korte analyses gaan we hierop in. 

Deze pagina is voor het laatst geactualiseerd op 24 maart 2023.

Samenhang omzetontwikkeling 2015-2019 en gebruik coronasteunmaatregelen

Een deel van de bedrijven dat de afgelopen jaren coronasteun heeft gehad, blijkt vlak voor de pandemie al minder goed te presteren dan bedrijven die geen steun hadden. Maar was dat al langer het geval? In dit onderzoek kijken we daarom naar de omzetontwikkeling in de periode 2015-2019. Uit het onderzoek blijkt dat inderdaad een deel al langer minder presteerde, maar ook dat juist gezonde bedrijven door omzetverlies vanwege de coronacrisis in de problemen kwamen. Meer informatie over de samenhang omzetontwikkeling 2015-2019 en gebruik steunmaatregelen.

Speur- en ontwikkelingswerk in onzekere tijden

Zowel het aantal bedrijven dat gebruikmaakt van de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) als het aantal uren op het gebied van speur- en ontwikkelingswerk (S&O) namen toe in het eerste jaar van de coronacrisis, ondanks de grote onzekerheid. We hebben onderzocht of die ontwikkeling samenhangt met het gebruik van coronasteunmaatregelen. Uit het onderzoek blijkt dat er bijna geen verschil bestaat tussen bedrijven mét of zónder coronasteun in de groei van hun S&O-uren. Alleen de allergrootste bedrijven schalen hun S&O-personeel af, maar wel in lijn met de krimp van hun algehele personeelsbestand. Meer informatie over speur- en ontwikkelingswerk in onzekere tijden.

Relatie coronasteunmaatregelen en bedrijfskenmerken

We hebben het gebruik onderzocht van vijf verschillende corona-steunmaatregelen. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de kans dat bedrijven gebruik maken van steun (i.c. NOW en belastinguitstel) toeneemt, als ze voorafgaand aan de crisis al minder productief waren en minder liquide middelen hadden. Verder blijkt dat innoverende bedrijven, gemeten aan het WBSO-gebruik, een bovenmatig beroep doen op de regelingen. Meer informatie over de relatie tussen de coronasteunmaatregelen en bedrijfskenmerken.

Ontwikkeling flexibele en vaste banen bij gebruikers NOW

We hebben naar de banenontwikkeling in Nederland in 2020 gekeken. Onderzocht is in welke mate banen behouden zijn gebleven mede door de NOW 1 en NOW 2. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat het gebruik van de NOW een positief effect lijkt te hebben op de vaste werkgelegenheid van bedrijven, vergeleken met bedrijven die hier geen gebruik van maakten. Ook zien we dat de NOW (in samenhang met de coronacrisis) in ieder geval op korte termijn gevolgen heeft gehad voor de verhouding tussen de vaste en tijdelijke werkgelegenheid: meer vast, minder tijdelijk. Meer informatie over de ontwikkeling flexibele en vaste banen bij gebruikers van NOW.

Invloed van financiële coronasteunmaatregelen op bedrijfsopheffingen

Het recordlage aantal faillissementen tijdens de coronacrisis suggereert dat de coronasteun voor bedrijven mogelijk tot een forse marktverstoring heeft geleid.  Deze studie onderzoekt de relatie tussen financiële coronasteunmaatregelen en het percentage opheffingen onder bedrijven en concludeert dat het effect van deze steun op de bedrijfsopheffingen beperkt lijkt. Meer informatie over de invloed van financiële coronasteunmaatregelen op bedrijfsopheffingen.

Overlap gebruik vaste-lasten-regelingen en NOW

In 2023 worden de coronasteunmaatregelingen vaste-lasten-regelingen (VLR) en de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) geëvalueerd. Ter voorbereiding op deze evaluatie is in dit onderzoek verkend hoe groot de overlap is in het gebruik van beide regelingen en welke type bedrijven ondersteuning kregen voor de vaste lasten met VLR en/of ondersteuning voor de loonkosten met NOW. Hierbij hebben we in het bijzonder gekeken naar hoe bedrijven met VLR én NOW verschillen van bedrijven die slechts één regeling benutten. Dit geeft inzicht op het eventueel uitvoeren van een gezamenlijke (kwantitatieve) evaluatie. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van microdata van het CBS aangevuld met gegevens over de verstrekte steun via de uitvoeringsinstanties RVO en UWV. Meer informatie over de overlap gebruik vaste-lasten-regelingen en NOW.

De financieringsbehoefte van bedrijven tijdens de coronacrisis

We hebben onderzocht hoe gebruik van de coronasteunmaatregelen samenhangt met de behoefte die bedrijven aan externe financiering hebben. Uit het onderzoek blijkt dat de bedrijven met steun sowieso vaker behoefte hadden aan externe middelen: of dat nu in de vorm van coronasteun was of van financiering, en of dat nu als gevolg van de pandemie was of niet. Steungebruikers zochten tijdens corona daarnaast minder vaak financiering voor groei, wat er mogelijk op duidt dat hun bedrijfsmodel afhankelijker is van extern geld om hun dagelijkse bedrijfsvoering rond te krijgen. Meer informatie over de financieringsbehoefte van bedrijven tijdens de coronacrisis.

De Nederlandse economie na coronacrisis

Nederland staat er medio 2022 goed voor in internationaal perspectief. Afgemeten aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) lijkt de veerkracht van de Nederlandse economie groot. Na een forse krimp in de eerste maanden na de uitbraak van de coronapandemie was het bbp medio 2021 alweer terug op het niveau van net voor de uitbraak. Vanaf het vierde kwartaal 2019 tot en met tweede kwartaal 2022 gerekend is van alle grote EU-landen het herstel het sterkst geweest in Nederland, zelfs nog sterker dan in de VS.

BBP-groei op kwartaalbasis (2019 Q4 = 100)

BBP-groei op kwartaalbasis (2019 Q4 = 100) Procentuele verandering t.o.v. voorgaande kwartaal
EUBelgieDuitslandSpanjeFrankrijkItalieNederlandPortugalVerenigde Staten
2019Q4100100100100100100100100100
2020Q19796,898,694,594,494,198,595,698,7
2020Q286,285,689,277,781,682,290,881,289,9
2020Q396,395,897,390,696,795,496,49396,7
2020Q496,295,697,990,595,893,996,493,497,7
2021Q196,396,996,490,395,994,196,59199,2
2021Q298,298,698,391,596,896,6100,295100,8
2021Q3100,2100,699,194,4100,199,2101,797,6101,4
2021Q4100,8101,19996,5100,699,9102,499,5103,1
2022Q1101,6101,699,896,3100,4100102,9101,9102,7
2022Q2102,3101,810097,8100,9101,1105,5102102,6
Bron: Eurostat Brontabel als csv (670 bytes)

Volgens het Centraal Planbureau (CPB) was in Europees perspectief het steunpakket in Nederland in 2020 bovengemiddeld groot. De omvang van het Nederlandse steunpakket lag met 3,6 procent van het bbp iets boven het Europese gemiddelde van 3,3 procent. Nederland heeft volgens het CPB ook geprofiteerd van economische steunmaatregelen in andere landen. Die hebben zowel de uitval van de exportvraag als de kans op een Europees brede crisis beperkt.

Eerste inzichten werking beleid

Het CPB concludeert dat het coronasteunpakket van 2020 effectief was in het realiseren van de doelstellingen. De opzet van de generieke steunmaatregelen droeg in grote mate bij aan de effectiviteit. Het CPB concludeert ook dat – naarmate de tijd verstreek – de kosten van het generieke steunbeleid stegen terwijl de baten van baanbehoud in een arbeidsmarkt met meer vraag afnamen. Het kabinet was zich ervan bewust dat de opzet van het steunbeleid – dat in een hele korte tijdsperiode aan het begin van de crisis ingericht moest worden – ook risico’s had voor de doelmatigheid van de maatregelen.

Terecht zijn er zorgen over mogelijke nadelige gevolgen van langdurige steun en dan met name verstoring van de bedrijvendynamiek. Uit onderzoek blijkt dat er van een serieuze verstoring op korte termijn geen sprake was, maar dat de steun deels wel terecht kwam bij zwakkere bedrijven. En dat er in 2020 sprake was van oversterfte onder bedrijven die geen steun hadden ontvangen. Veel van deze bedrijven hadden voor de coronacrisis ook al een lage productiviteit. Ook zijn er bedrijven in 2020 opgeheven die wel steun hadden ontvangen. Deze bedrijven stonden er voor de coronacrisis al vaker financieel gezien minder gezond voor. Ook waren zij minder productief dan bedrijven die wel overeind bleven (al dan niet met steun). Tevens blijkt dat het aantal zwakke bedrijven dat dankzij de steun van de overheid in 2020 overeind is gebleven, beperkt is. Een en ander overziend lijkt de steun niet echt de creatieve destructie in de weg te hebben gestaan, waarbij nieuwe bedrijven de ruimte krijgen en de productiefactoren worden ingezet bij de meest productieve bedrijven. Toekomstige evaluaties moeten meer zicht bieden op de mate van doeltreffendheid en doelmatigheid van de verschillende steunmaatregelen.

Regio

De onderstaande grafiek geeft een beeld van het gebruik van de regelingen naar regio. Tussen de provincies is er enig verschil in het aandeel bedrijfsvestigingen dat minstens één coronasteunmaatregel gebruikte. Wel wijkt het gebruik per provincie niet veel af van het gemiddelde in Nederland (37 procent). In Limburg en Noord-Holland werd relatief het meest gebruik gemaakt van een van de financiële regelingen (respectievelijk 41 en 40 procent). Van alle provincies deden bedrijfsvestigingen in Utrecht (33 procent) en Drenthe (34 procent) het minst vaak een beroep op steun.

Overigens gaat het hier om de deelname van bedrijfsvestigingen aan de coronasteunmaatregelen. Bedrijven kunnen uit een of meerdere vestigingen bestaan in verschillende regio’s. Aangenomen is dat als een bedrijf gebruik maakt van een regeling, dit gebruik op alle vestigingen van toepassing is.

Bedrijven met minstens 1 steunmaatregel (aandeel in %)

Bedrijven met minstens 1 steunmaatregel (aandeel in %) vestigingen met 2 of meer werkzame personen
RegioAandeel bedrijven met een coronasteunregeling
Nederland36,8
.
Limburg40,8
Noord-Holland40,3
Flevoland38,8
Zuid-Holland37,6
Zeeland37,4
Overijssel36,2
Groningen35,4
Noord-Brabant35,2
Fryslân34,3
Gelderland34,1
Drenthe34
Utrecht33,3
Bron: CBS, 11e rapportage monitoring steunmaatregelen (14 oktober 2022) Brontabel als csv (267 bytes)

Toekenningen en vaststellingen

TVL

Bij de TOGS ontvingen ondernemers bij toekenning meteen het definitieve bedrag van 4 duizend euro. In totaal ontvingen bedrijven 864 miljoen euro uit de TOGS-regeling. Voor deze regeling vond geen vaststelling achteraf plaats. De daaropvolgende vastelastenregelingen waren gebaseerd op een verwacht percentage omzetverlies en een vooraf vastgesteld gemiddeld aandeel vaste lasten in de omzet per bedrijfstak. Achteraf wordt het bedrag vastgesteld op basis van de daadwerkelijke omzetten.

Voor de vastelastenregelingen ligt het aantal vaststellingen op de peildatum 30 juni 2022 hoger dan bij de loonkostenregeling (zie hieronder). Bij de eerste vier TVL-regelingen (TVL-1, TVL Q4 2020, TVL Q1 2021 en TVL Q2 2021) was het merendeel (86 tot 97 procent) van de toegekende bedragen eind juni 2022 vastgesteld. Zie onderstaande grafiek. Voor de TVL Q3 2021 gold dit voor bijna de helft van de toegekende bedragen. Voor de recentere regelingen hebben er medio 2022 nog (vrijwel) geen vaststellingen plaats gevonden. Via de TVL Q1 2021 en TVL Q2 2021 werden in totaal de meeste subsidies verstrekt aan bedrijven; respectievelijk 2,1 en 2 miljard euro. Vanaf de TVL Q1 2021 stond de vastelastenregeling ook voor startende en grotere bedrijven open.

Bedrag aan tegemoetkoming vaste lasten per aanvraagperiode (miljard euro)

Bedrag aan tegemoetkoming vaste lasten per aanvraagperiode (miljard euro)
VastgesteldNog niet vastgesteld
TOGS0,864.
TVL-10,4040,011
TVL Q4 20201,0910,044
TVL Q1 20212,010,12
TVL Q2 20211,7790,281
TVL Q3 20210,4790,534
TVL Q4 2021.1,533
TVL Q1 2022.0,965
Bron: CBS, 11e rapportage monitoring steunmaatregelen (14 oktober 2022) Brontabel als csv (208 bytes)

De volgende grafiek geeft meer inzichten in verschil vaststelling en toekenning. Het algemene beeld is dat bedrijven steeds realistischer werden in het inschatten van hun te verwachten omzetverlies. Het totaal van de vastgestelde bedragen per medio 2022 voor TVL-regelingen is 5,8 miljard euro. Per saldo valt dat 0,6 miljard euro lager uit dan eerder is toegekend op basis van ingeschat omzetverlies.

Bedrijven met een tegemoetkoming vaste lasten, verschil vaststelling en toekenning

Bedrijven met een tegemoetkoming vaste lasten, verschil vaststelling en toekenning
Vaststelling hoger dan toekenning (meer dan of gelijk aan 105%)Vaststelling gelijk aan toekenning (95% tot 105%)Vaststelling lager dan toekenning (lager dan of gelijk aan 95%)Vaststelling is 0
TVL 111,436,131,820,7
TVL Q4 202064,1149,512,4
TVL Q1 202112,254,126,47,3
TVL Q2 20219,777,110,72,5
Bron: CBS, 11e rapportage monitoring steunmaatregelen (14 oktober 2022) Brontabel als csv (318 bytes)

NOW

Bedrijven die beroep deden op een loonkostenregeling kregen door het UWV een bedrag toegekend op basis van het verwachte omzetverlies in een bepaalde periode en de loonsom in een bepaalde referentiemaand. Achteraf wordt vastgesteld hoe hoog de tegemoetkoming daadwerkelijk moet zijn, op basis van gerealiseerde omzetten en daadwerkelijke loonsommen in de betreffende periode.

In totaal was met de NOW-1‑regeling een subsidiebedrag gemoeid van bijna 6,5 miljard euro. Zie onderstaande grafiek. Dit was het hoogste bedrag van alle loonkostenregelingen. Bedrijven ontvingen uit de laatste regeling, de NOW-6, tezamen nog 1,5 miljard euro. Voor de meeste NOW-regelingen heeft de vaststelling nog niet of gedeeltelijk plaats gevonden. Alleen voor de eerste aanvraagperiode was de vaststelling van de bedragen op 30 juni 2022 voor een belangrijk deel compleet (69 procent). Bij het merendeel van de bedrijven met de NOW-1‑regeling bleek de vaststelling lager dan de toekenning (59 procent) of zelfs gelijk aan nul (26 procent). Bij deze bedrijven bleek hun omzetverlies dus achteraf mee te vallen (minder dan 20 procent in de drie aangesloten maanden). Kijkend naar de vastgestelde bedragen per medio 2022 voor de NOW-1, komt dit totaalbedrag per saldo tot nu toe 3,4 miljard euro lager uit dan eerder is toegekend op basis van ingeschat omzetverlies. Aan het begin van de coronacrisis waren bedrijven vrij pessimistisch over de omzetverwachtingen. Er heerste vanzelfsprekend veel onzekerheid en kennelijk verwachtte men een grotere negatieve impact op de omzet.

Bedrag aan tegemoetkoming voor loonkosten per aanvraagperiode (miljard euro)

Bedrag aan tegemoetkoming voor loonkosten per aanvraagperiode (miljard euro)
VastgesteldNog niet vastgesteld
NOW-14,4911,987
NOW-21,4782,183
NOW-3.10,4082,953
NOW-3.20,2113,739
NOW-3.30,0812,406
NOW-40,0491,282
NOW-501,148
NOW-601,497
Bron: CBS, 11e rapportage monitoring steunmaatregelen (14 oktober 2022) Brontabel als csv (185 bytes)