Verdiepende analyses
Wie maken er precies gebruik van de steunmaatregelen? Hoe waren hun prestaties? In korte analyses gaan we hierop in.
Deze pagina is voor het laatst geactualiseerd op 21 februari 2022.
Relatie coronasteunmaatregelen en bedrijfskenmerken
We hebben het gebruik onderzocht van vijf verschillende corona-steunmaatregelen. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de kans dat bedrijven gebruik maken van steun (i.c. NOW en belastinguitstel) toeneemt, als ze voorafgaand aan de crisis al minder productief waren en minder liquide middelen hadden. Verder blijkt dat innoverende bedrijven, gemeten aan het WBSO-gebruik, een bovenmatig beroep doen op de regelingen. Meer informatie over de relatie tussen de coronasteunmaatregelen en bedrijfskenmerken.
Ontwikkeling flexibele en vaste banen bij gebruikers NOW
We hebben naar de banenontwikkeling in Nederland in 2020 gekeken. Onderzocht is in welke mate banen behouden zijn gebleven mede door de NOW 1 en NOW 2. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat het gebruik van de NOW een positief effect lijkt te hebben op de vaste werkgelegenheid van bedrijven, vergeleken met bedrijven die hier geen gebruik van maakten. Ook zien we dat de NOW (in samenhang met de coronacrisis) in ieder geval op korte termijn gevolgen heeft gehad voor de verhouding tussen de vaste en tijdelijke werkgelegenheid: meer vast, minder tijdelijk. Meer informatie over de ontwikkeling flexibele en vaste banen bij gebruikers van NOW.
Vaststellingen TVL
De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) is een van de coronasteunmaatregelen ter ondersteuning van ondernemers met een omzetverlies. Vanaf de start van de coronacrisis in maart 2020 kende deze regeling verschillende aanvraagperioden. De toekenning van de TVL door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ging op basis van het door bedrijven verwachte omzetverlies in een bepaalde periode, de hoogte van de omzet uit de referentieperiode en het vastgestelde percentage vaste lasten voor de sector. Inmiddels zijn er voor vier aanvraagperioden definitieve vaststellingen bepaald door de RVO. Deze vaststellingen zijn gebaseerd op de daadwerkelijk gerealiseerde omzetten van bedrijven in de betreffende subsidieperiode.
De figuur geeft de stand van zaken weer op 31 december 2021. Van de TVL 1 en TVL Q4 2020 is meer dan 90 procent definitief vastgesteld. Voor het deel waarvoor nog geen definitieve berekening bekend, is hier het voorlopig toegekende bedrag genomen. Bij de TVL Q1 2021 en vooral TVL Q2 2021 is dat nog een substantieel deel. Het verrekeningssaldo is het verschil tussen het voorlopig toegekende bedrag en het definitief vastgestelde bedrag. Dit saldo kan, op basis van werkelijk omzetverlies, zowel positief als negatief uitvallen. Bij de TVL vallen de vastgestelde bedragen gemiddeld genomen iets lager uit dan de oorspronkelijk toegekende bedragen. Dit betekent dat per saldo het omzetverlies in de betreffende aanvraagperioden kleiner was dan door bedrijven ingeschat.
Vaststellingen en openstaande bedragen TVL-regelingen (peildatum 31 december 2021)
Vastgesteld bedrag | Openstaand toegekend bedrag | Verrekeningssaldo | |
---|---|---|---|
TVL 1 | 391 | 35 | 124 |
TVL Q4 2020 | 1029 | 106 | 65 |
TVL Q1 2021 | 1228 | 952 | 258 |
TVL Q2 2021 | 443 | 1394 | 108 |
Vaststellingen NOW
De Noodmaatregel overbrugging voor behoud werkgelegenheid (NOW) is een andere steunmaatregel waar ondernemers vanaf de start van de coronacrisis een beroep op konden doen. De NOW heeft als doel het behoud van werkgelegenheid. Ook deze regeling kent verschillende aanvraagperioden. De toekenning van de NOW door het UWV ging onder andere op basis van het door bedrijven verwachte omzetverlies en de opgegeven loonkosten in een bepaalde periode. Inmiddels is het UWV begonnen met het berekenen van de vaststellingen van de eerste twee aanvraagperioden (NOW 1 en NOW 2). Deze vaststellingen zijn gebaseerd op basis van daadwerkelijk gerealiseerde omzetten en uitbetaalde loonkosten over de betreffende aanvraag- of subsidieperiode.
De figuur geeft de stand van zaken weer op 31 december 2021. Van de NOW 1 en NOW 2 is nog maar een beperkt deel van de subsidie vastgesteld, respectievelijk 47 procent en negen procent. Het verrekeningssaldo is het verschil tussen het voorlopig toegekende bedrag en het definitief vastgestelde bedrag. Dit saldo kan, op basis van werkelijk omzetverlies en loonkosten, zowel positief als negatief uitvallen. Hoewel een groot deel nog niet is vastgesteld, wordt duidelijk dat vooral bij de NOW 1 het definitief vastgestelde bedrag bij veel bedrijven lager uit is gevallen dan het oorspronkelijk toegekende bedrag. Veel bedrijven hebben dus hun omzetverlies en/of loonkosten te hoog ingeschat. Overigens is door het UWV (in termijnen) alleen een voorschot uitgekeerd van 80 procent van het voorlopig toegekende bedrag.
Vaststellingen en openstaande bedragen NOW-regelingen (peildatum 31 december 2021)
Vastgesteld bedrag | Openstaand voorlopig toegekend bedrag | Verrekeningssaldo | |
---|---|---|---|
NOW 1 | 3404 | 3891 | 2592 |
NOW 2 | 430 | 4422 | 510 |
Omzetontwikkeling tweede kwartaal 2021
Volgens het CBS is het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal van 2021 met 3,8 procent gestegen ten opzichte van het eerste kwartaal van 2021. Ondanks het ingezette economisch herstel is de omzetontwikkeling van gebruikers van steunmaatregelen nog steeds wat ongunstiger dan die zonder steunmaatregelen. Een kwart van de bedrijven met NOW 3.3 en drie op de tien bedrijven met TVL Q2 2021 hadden in het tweede kwartaal van 2021 te maken met een beperkte tot sterke omzetdaling vergeleken met overeenkomstig kwartaal van 2020. Bij bedrijven zonder steun ligt dat percentage net wat lager.
Omzetontwikkeling tweede kwartaal 2021 t.o.v. tweede kwartaal 2020 (aandeel in %)
Met NOW-3.3 of TVL Q2 2021 | Zonder NOW-3.3 of TVL Q2 2021 | |
---|---|---|
omzetdaling 25 % of meer | 17 | 11 |
omzetdaling -5% tot -25% | 12 | 13 |
omzet blijft gelijk (-5% tot 5%) | 7 | 12 |
omzetstijging 5% of meer | 64 | 63 |
Met NOW-3.3 | Zonder NOW-3.3 of TVL Q2 2021 | |
---|---|---|
omzetdaling 25 % of meer | 15 | 11 |
omzetdaling -5% tot -25% | 11 | 13 |
omzet blijft gelijk (-5% tot 5%) | 7 | 12 |
omzetstijging 5% of meer | 67 | 63 |
Met TVL-Q2 2021 | Zonder NOW-3.3 of TVL Q2 2021 | |
---|---|---|
omzetdaling 25 % of meer | 19 | 11 |
omzetdaling -5% tot -25% | 12 | 13 |
omzet blijft gelijk (-5% tot 5%) | 6 | 12 |
omzetstijging 5% of meer | 63 | 63 |
Omzetontwikkeling eerste kwartaal 2021
Volgens het CBS is het in het eerste kwartaal van 2021 met 0,8 procent gekrompen ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020. Vergeleken met een jaar eerder bedraagt de krimp bijna 3 procent.
Dit beeld zien we ook terug bij de omzetontwikkeling. En dan vooral bij de bedrijven die gebruikmaken van (minimaal een van) de steunmaatregelen zoals die in het eerste kwartaal van 2021 beschikbaar waren. Hiervan had 43 procent te kampen met een sterke omzetdaling in het eerste kwartaal van 2021, tegen 28 procent van de bedrijven zonder steun. Vooral bij bedrijven met NOW 3.2 en TVL Q1 2021 blijft de omzetontwikkeling in het eerste kwartaal van 2021 sterk achter bij die van bedrijven zonder steunmaatregelen (zie gerelateerde grafieken). Twee derde van de bedrijven met NOW 3.2, en bij TVL Q1 2021 meer dan 80 procent, hadden in deze periode te maken met een omzetdaling van 25 procent of meer.
Omzetontwikkeling eerste kwartaal 2021 t.o.v eerste kwartaal 2020
Met NOW-3.2, TVL Q1 2021, uitstel van belastingbetaling of een krediet- of garantieregeling | Zonder NOW-3.2, TVL Q1 2021, uitstel van belastingbetaling of een krediet- of garantieregeling | |
---|---|---|
omzetdaling 25 % of meer | 43 | 28 |
omzetdaling -5% tot -25% | 14 | 16 |
omzet blijft gelijk (-5% tot 5%) | 9 | 13 |
omzetstijging 5% of meer | 33 | 43 |
Met NOW-3.2 | Zonder NOW-3.2, TVL Q1 2021, uitstel van belastingbetaling of een krediet- of garantieregeling | |
---|---|---|
omzetdaling 25 % of meer | 66 | 28 |
omzetdaling -5% tot -25% | 13 | 16 |
omzet blijft gelijk (-5% tot 5%) | 5 | 13 |
omzetstijging 5% of meer | 16 | 43 |
Met TVL-Q1 2021 | Zonder NOW-3.2, TVL Q1 2021, uitstel van belastingbetaling of een krediet- of garantieregeling | |
---|---|---|
omzetdaling 25 % of meer | 81 | 28 |
omzetdaling -5% tot -25% | 10 | 16 |
omzet blijft gelijk (-5% tot 5%) | 2 | 13 |
omzetstijging 5% of meer | 7 | 43 |
Omzetontwikkeling vierde kwartaal 2020
Na het sterke herstel in het derde kwartaal, kromp het bruto binnenlands product (bbp) in het vierde kwartaal van 2020 met 0,1 procent lichtjes ten opzichte van dit kwartaal volgens de berekeningen van het CBS. Vergeleken met hetzelfde kwartaal een jaar eerder is het bbp met bijna drie procent gekrompen.
Dit zien we ook terug in de omzetcijfers bij de gebruikers van de steunmaatregelen die in het vierde kwartaal 2020 beschikbaar waren. Het gaat hier om bedrijven met twee of meer werkzame personen die gebruik maken van minimaal één van de volgende regelingen: NOW 3.1, TVL-Q4 2020, uitstel belastingbetaling of een krediet- of garantieregeling. Een groot deel van deze bedrijven (63 procent) noteert in het vierde kwartaal 2020 een omzetdaling vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Dat is bijna twee keer zoveel als bij bedrijven die geen gebruik maken van een regeling. De verschillen zijn nog groter bij bedrijven die alleen gebruikmaken van NOW 3.1 of TVL-Q4 2020. Bij 71 procent respectievelijk 94 procent van de gebruikers van deze betreffende maatregelen daalde de omzet in het vierde kwartaal 2020.
Omzetontwikkeling bedrijven met NOW 3.1 vierde kwartaal 2020 t.o.v. vierde kwartaal 2019 (aandeel in %)
Met NOW-3.1 | Zonder NOW-3.1, TVL Q4 2020, uitstel van belastingbetaling of een krediet- of garantieregeling | |
---|---|---|
omzetdaling 25 % of meer | 59 | 17 |
omzetdaling -5% tot -25% | 22 | 18 |
omzet blijft gelijk (-5% tot 5%) | 7 | 15 |
omzetstijging 5% of meer | 13 | 50 |
Met NOW-3.1, TVL Q4 2020, uitstel van belastingbetaling of een krediet- of garantieregeling | Zonder NOW-3.1, TVL Q4 2020, uitstel van belastingbetaling of een krediet- of garantieregeling | |
---|---|---|
omzetdaling 25 % of meer | 43 | 17 |
omzetdaling -5% tot -25% | 20 | 18 |
omzet blijft gelijk (-5% tot 5%) | 9 | 15 |
omzetstijging 5% of meer | 27 | 50 |
Met TVL-Q4 2020 | Zonder NOW-3.1, TVL Q4 2020, uitstel van belastingbetaling of een krediet- of garantieregeling | |
---|---|---|
omzetdaling 25 % of meer | 86 | 17 |
omzetdaling -5% tot -25% | 8 | 18 |
omzet blijft gelijk (-5% tot 5%) | 2 | 15 |
omzetstijging 5% of meer | 4 | 50 |
Banenontwikkeling
De ontwikkeling van het aantal banen in de periode juni 2020-juni 2021 maakt duidelijk hoe de impact van de coronacrisis verschillend uitpakt voor bedrijven in Nederland. Bij alle bedrijven tezamen stijgt het aantal banen met bijna vier procent in deze periode. De stijging vindt vooral plaats bij het aantal flexibele banen (stagiaires, oproepkrachten, uitzendkrachten en werknemers met een contract voor bepaalde tijd). Een beeld dat past bij een aantrekkende economie. Bij bedrijven met NOW-3.3 of TVL Q2 2021 daalt het aantal banen met zo’n vijf procent. Het gaat hier vooral om het wegvallen van vaste banen. Hierbij opgemerkt dat bedrijven met steun in de eerste maanden van de coronacrisis eerst vooral het aantal flexibele banen hebben ingekrompen.
Ontwikkeling aantal banen in juni 2020 en juni 2021 (groei in %)
Aantal banen | Aantal vaste banen | Aantal flexibele banen | |
---|---|---|---|
Totale economie | 3,8 | 0,7 | 10 |
Bedrijven met NOW-3.3 | -4,5 | -6,6 | -2,2 |
Bedrijven met TVL-Q2 2021 | -5 | -6,1 | -3,5 |
Gebruik steunmaatregelen in regio's
Het gebruik van steunmaatregelen door bedrijven kan ook bekeken worden vanuit een regionale invalshoek. Gekeken is naar bedrijfsvestigingen met twee of meer werknemers. In veel regio’s maakt iets meer dan de helft van de bedrijfsvestigingen gebruik van minimaal van één van de financiële steunmaatregelen (peildatum 31 december 2021). Limburg en Noord-Holland voeren de lijst aan met 59 procent. In Friesland wordt met een aandeel van 46 procent het minst een beroep gedaan op één van de financiële steunmaatregelen. In Amsterdam ontvingen relatief meer bedrijfsvestigingen steun dan in de andere vier grootste steden van Nederland.
Nog onzeker is waardoor er verschillen zijn tussen regio’s en tussen plaatsen. Misschien komt dit doordat bepaalde sectoren in de ene regio in grotere mate aanwezig zijn dan in een andere regio. Dat moet nog verder onderzocht worden. Het CBS constateert wel dat vanuit regio’s met relatief veel horecavestigingen vaker een beroep werd gedaan op de regelingen. In regio’s zoals Zeeland, Limburg en Amsterdam zijn er bijvoorbeeld relatief veel horecabedrijven. En de horeca is een van de sectoren die zwaarder door de coronamaatregelen zijn getroffen.
Bedrijven met minstens 1 steunmaatregel (aandeel in %)
Regio | Aandeel bedrijven |
---|---|
Nederland | 53,5 |
Limburg | 59,1 |
Noord-Holland | 58,7 |
Zeeland | 55,5 |
Flevoland | 54,4 |
Zuid-Holland | 54,2 |
Noord-Brabant | 52,9 |
Utrecht | 51,7 |
Groningen | 50,1 |
Overijssel | 50,9 |
Gelderland | 50 |
Drenthe | 48,1 |
Friesland | 46 |
Amsterdam | 64,8 |
Eindhoven | 61,5 |
Rotterdam | 59,8 |
Utrecht | 59,3 |
Den Haag | 59,2 |
Doorlopend gebruik steunmaatregelen
Van maart 2020 tot en met juni 2021 zijn vijf pakketten met steunmaatregelen van kracht geweest. Tot en met 30 juni 2021 ontvingen bijna 162 duizend bedrijven met twee of meer werkzame personen minimaal één periode loonsteun en/of tegemoetkoming voor vaste lasten. Dat komt neer op 39 procent van alle bedrijven van deze grootte. Ruim 26 duizend bedrijven (zes procent van alle bedrijven) met twee of meer werkzame personen ontvingen sinds maart 2020 doorlopend overheidssteun vanuit de NOW-regeling (loonkosten) en/of de TOGS/TVL-regeling (vaste lasten). Vooral bioscopen maakten relatief doorlopend gebruik van deze steunmaatregelen. In deze branche hadden acht op de tien bedrijven van maart 2020 tot en met juni 2021 loonkostensteun en/of tegemoetkoming vaste lasten nodig. Ook veel theaters en schouwburgen maakten doorlopend gebruik van deze regelingen. Er zijn overigens heel veel branches waar het percentage bedrijven dat in alle vijf de periode heeft deelgenomen tussen de nul en vijf procent ligt.
Doorlopend gebruik van NOW-en of vaste lasten regeling in vijf steunperioden, maart 2020 - juni 2021
Bedrijven | Bioscopen | Theaters | |
---|---|---|---|
totaal minimaal 1 keer deelgenomen | 39,3 | 85,7 | 92,3 |
in 1 periode deelgenomen | 15,5 | 7,1 | 3,8 |
in 2 periodes deelgenomen | 6,7 | 0 | 7,7 |
in 3 periodes deelgenomen | 5,9 | 0 | 3,8 |
in 4 periodes deelgenomen | 4,8 | 0 | 7,7 |
in 5 periodes deelgenomen | 6,4 | 78,6 | 69,2 |