Relatie coronasteunmaatregelen en bedrijfskenmerken

Het kabinet biedt vanaf het begin van de coronacrisis financiële steun aan bedrijven en sectoren in moeilijkheden. Dit doet het kabinet om werkgelegenheid te behouden en om onnodige faillissementen te voorkomen. Wel­ke bedrijven maakten er in 2020 gebruik van deze maatregelen?

In dit onderzoek is het gebruik onderzocht van vijf verschillende steunmaatregelen tijdens de eerste en tweede aanvraagperiode in 2020: tegemoetkoming loonkosten (NOW-1.0 en NOW-2.0), tegemoetkoming vaste lasten (TOGS en TVL-1) en uitstel van belastingbetaling.

Met regressieanalyses maken we inzichtelijk welk type bedrijven gebruik maken van deze steun. Hiervoor gebruiken we gegevens over de verstrekte steun van de uitvoeringsinstanties RVO, UWV en de Belastingdienst. Deze koppelen we aan bronnen van het Centraal Bureau voor de Statistiek, zodat we ook de liquiditeit, productiviteit (omzet per fte) en solvabiliteit van bedrijven kunnen berekenen. De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming kan voldoen aan haar lopende financiële verplichtingen. De solvabiliteit geeft aan of een bedrijf al haar schulden kan terugbetalen als het stopt of failliet gaat.

De belangrijkste bevindingen zijn:

  • De kans dat bedrijven gebruik maken van steun (i.c. NOW en belastinguitstel) neemt toe naarmate ze voorafgaand aan de cri­sis al minder productief waren en minder liquide middelen hadden. Bedrijven met een lagere productiviteit en minder liquide middelen hebben in de regel minder reserves.
  • De solvabiliteitsratio lijkt (nog) geen rol te spelen in het al dan niet gebruik van een steunmaatregel. Wel doet een ongun­stige solvabiliteitsratio ertoe voor bedrijven die ook kam­pen met zowel een zwakke liquiditeitspositie als een laag productiviteitsniveau, vergeleken met hun branchegeno­ten. Deze bedrijven hebben een significant grotere kans op deelname aan de steunmaatregelen.
  • Het zijn echter niet alleen de bedrijven met een zwakke financiële positie die vaker gebruik maken van steun. Ook innoverende bedrijven, gemeten aan het WBSO-gebruik, doen een bovenmatig beroep op de regelingen. Hierbij blijkt de kans dat bedrijven gebruik maken van steun ook toe te nemen naarmate bedrijven meer gebruik maken (in uren) van de WBSO-regeling.
  • Het onderzoek laat interessante verschillen zien tussen enerzijds de gebruikers van de NOW en van uitstel van belastingbetaling, en anderzijds de gebruikers van de vaste-lastenregelingen. Voor TOGS en TVL-1 vinden we soms tegenovergestelde resultaten. Zo hebben bedrijven met een hogere solvabiliteit juist een hogere kans op het gebruik van TOGS of TVL-1. Er is nader onderzoek nodig om dit te verklaren.

Meer weten?

Onder 'Downloads' vindt u de notitie over het gebruik van financiële coronasteunmaatregelen.