Samenhang omzetontwikkeling 2015-2019 en gebruik steunmaatregelen

Een deel van de bedrijven dat de afgelopen jaren coronasteun heeft gehad, blijkt vlak voor de pandemie al minder goed te presteren dan bedrijven die geen steun hadden. Maar was dat al langer het geval? Werden de steunmaatregelen vooral gebruikt door bedrijven waarvan bijvoorbeeld de omzet in de jaren voor de coronacrisis al stagneerde? Of waren het ook gezonde bedrijven die steun nodig hadden?

In dit onderzoek kijken we naar de omzetontwikkeling in de periode 2015-2019: een periode met gunstige economische ontwikkelingen in Nederland. We proberen de ontwikkeling te verklaren en kijken met behulp van individuele bedrijfsgegevens naar welke bedrijven later in de coronaperiode wel of niet coronasteun hadden. Voor de verklaring kijken we juist naar de beginperiode van de coronasteun. Specifiek kijken we naar drie soorten steunmaatregelen in het tweede en derde kwartaal van 2020: de tegemoetkoming in loonkosten, tegemoetkoming in vaste lasten en uitstel van belastingbetaling. We kijken naar deze beginperiode van coronasteun en niet ook naar de steun in de latere fasen van de coronacrisis, omdat de mogelijke relatie met latere steunmaatregelen en het omzetverleden minder voor de hand ligt. De coronaschok heeft zich dan immers al breder verspreid over bedrijven en in de economie spelen er mogelijk andere externe ontwikkelingen.

Dit onderzoek laat zien dat de eerste set aan steunmaatregelen gebruikt is door twee verschillende groepen:

  • Enerzijds zijn het de al langer zwakker presterende bedrijven die gebruik zijn gaan maken van de coronasteun in het tweede en derde kwartaal van 2020. In allerlei opzichten presteerden deze bedrijven in 2015 en de jaren daaropvolgend al minder dan de latere niet-steungebruikers. Ze hadden waarschijnlijk een (structureel) inefficiënter productieproces. Hierdoor waren de marges lager, en was de opbouw van reserves en eigen vermogen beperkter. Ook konden de schulden hoger zijn waardoor de liquiditeit en solvabiliteit lager waren. Het gaat hier om een groep bedrijven die dus ook de vijf jaren van hoogtij voor de coronacrisis niet of onvoldoende hebben kunnen aangrijpen om hun positie relatief te versterken.
  • Anderzijds zijn het ook juist gezonde bedrijven die door omzetverlies vanwege de  coronacrisis in de problemen. Het betreft hier specifiek de bedrijven die uitsluitend NOW aanvroegen. Deze bedrijven lijken meer op bedrijven zonder steun dan met steun. Ze waren het meest succesvol voor de start van de coronacrisis en hadden naast een relatief hoge omzetgroei ook een hoge arbeidsproductiviteit en een hoge kapitaalontwikkeling. De financiën van deze bedrijven waren mogelijk niet sterk genoeg om een grote klap in hun omzet door de coronacrisis op te vangen. Dit kan direct of indirect hebben gespeeld omdat ze bijvoorbeeld direct getroffen waren door gedwongen sluitingen of indirect doordat hun klanten daar mee te maken hadden.

Dit onderzoek laat zien dat bedrijfsprestaties uit het verleden dus geen garanties bieden voor de toekomst, zeker niet met een schok zo groot en onzeker als het coronavirus. Maar enige voorspellende waarde hebben ze zeker. Het onderzoek laat dus zien dat goed presterende bedrijven toch een beroep moeten doen op overheidssteun als de economie zo’n klap kreeg te verwerken door de uitbraak van corona.

Meer weten?

Onder 'Downloads' vindt u de notitie over de samenhang tussen de omzetontwikkeling in de periode 2015-2019 en het gebruik van de coronasteunmaatregelen.