Hoewel Nederland tot de meest productieve landen ter wereld behoort, blijft onze productiviteitsgroei achter bij landen als de VS. Door mkb’ers te helpen met arbeidsbesparende innovaties kunnen ze hun productiviteit en kwaliteit van werk verhogen en daarmee hun concurrentiepositie versterken.

In het kort

  • Ondernemers, vakmensen en onderzoekers ontwikkelen zelf arbeidsbesparende innovaties die beter aansluiten op de werkprocessen in het mkb;
  • Het experiment heeft een budget van twee miljoen euro en loopt van december 2024 tot februari 2026;
  • Ondernemers in de metaal- en bouwsector, brancheorganisaties, innovatiepartners en beleidsmakers profiteren;
  • Het experiment loopt en levert waardevolle input voor innovatiebeleid dat beter aansluit op de praktijk van mkb-bedrijven.

Hoe werkt het?

Door demografische ontwikkelingen moet in de toekomst meer werk worden verricht door minder mensen. In technische sectoren zorgt vroegtijdige uitstroom, mede door fysieke belasting, voor extra druk. Het Jaarbericht Staat van het Mkb 2024 (klik hier) benadrukt het belang van innovatie om deze uitdaging aan te gaan. Betere samenwerking tussen mens en technologie biedt kansen om werk aantrekkelijker en efficiënter te maken.

Toch blijft de groei van die efficiëntie in het mkb achter. Het mkb is in 2022 goed voor 72 procent van de werkgelegenheid en 62 procent van het bbp. Sinds 2014 groeide de productiviteit er echter slechts met drie procent. Gerichte maatregelen zijn nodig om innovatie en productiviteitsgroei te versnellen. Het ministerie van Economische Zaken heeft daarom twee miljoen euro subsidie verstrekt aan het beleidsexperiment Shaping the Future of Work als onderdeel van de bredere productiviteitsagenda van het kabinet.

Het experiment is een initiatief van TU Delft, TNO, Koninklijke MetaalUnie, ondernemersorganisatie voor de technologische industrie FME, Techniek Nederland, Bouwend Nederland en RoboHouse. In plaats van innovaties top-down in te voeren, wordt gekozen voor een trans-disciplinaire aanpak. Vakmensen, ondernemers, ingenieurs en sociale wetenschappers werken hierin intensief samen. Door technologische, organisatorische en sociale perspectieven te combineren, ontstaan innovaties die beter passen bij de praktijk. Zo wordt werk aantrekkelijker én productiever.

Concreet worden in de bouw- en metaalsector zogenoemde trans-disciplinaire innovatietrajecten opgezet met groepen mkb-bedrijven. Een gespecialiseerd team bezoekt de werkvloer, spreekt met vakmensen en ondernemers, en brengt impliciete kennis en knelpunten in kaart. In nauwe samenwerking worden vervolgens oplossingen ontwikkeld. Dit kunnen nieuwe technologieën zijn, maar ook aanpassingen in werkwijzen of organisatievormen.

Naast deze kerngroep worden ook grotere groepen ondernemers betrokken via kennissessies, om inzichten te delen en opschaling mogelijk te maken. Zo levert het experiment niet alleen directe verbeteringen op de werkvloer, maar ook waardevolle input voor toekomstig beleid en bredere toepassing in de technische sector.

Om welke bedragen gaat het?

Het beleidsexperiment wordt gefinancierd vanuit het werkbudget Bevorderen Ondernemerschap. Voor het gehele beleidsexperiment is in totaal twee miljoen euro beschikbaar gesteld. Daarvan is 1,6 miljoen euro als voorschot aan TU Delft verstrekt in 2024.

Wie profiteren ervan?

Van het beleidsexperiment Shaping the Future of Work profiteren vooral ondernemers uit de metaal- en bouwsector, brancheorganisaties die deze sectoren vertegenwoordigen, innovatiepartners die nieuwe technologieën ontwikkelen, en beleidsmakers die productiviteitsstimulering bevorderen.

Wat heeft het opgeleverd?

Het experiment Shaping the Future of Work levert waardevolle inzichten op voor het verhogen van de productiviteit in het mkb. Het onderzoekt of een trans-disciplinaire, bottom-up aanpak mkb-ondernemers effectief ondersteunt bij hun innovatievraagstukken.

In totaal doen zes tot twaalf bedrijven intensief mee aan de innovatietrajecten, met daarnaast een bredere schaduwgroep van 50 tot 100 bedrijven. De verwachting is dat vakmensen, ondernemers en experts samen oplossingen ontwikkelen die beter aansluiten bij de praktijk. Daarmee kan het werk aantrekkelijker én productiever worden.

Naast concrete innovaties levert het experiment inzicht op in wat in het mkb wel en niet werkt bij het stimuleren van procesinnovatie, vooral op het gebied van vraagstimulering, toegankelijkheid van het innovatieaanbod en de matching van vraag en aanbod. Door een systematische evaluatie van de trajecten worden werkzame elementen, randvoorwaarden en succesfactoren in kaart gebracht. Deze inzichten vormen de basis voor beleidsinterventies die breder inzetbaar zijn en bijdragen aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt in technische sectoren.

Het experiment wordt na afronding in 2026 geëvalueerd.