Beleidsevaluaties
Onderdelen van het bedrijvenbeleid worden volgens richtlijnen periodiek geëvalueerd om te bepalen of ze werken, of het beter kan en of het anders moet. Hier wordt uitgelegd hoe het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de beleidsevaluatie methodologisch aanpakt. Daarnaast is hier een overzicht van alle evaluaties vanaf 2012 te vinden. Recent is het gehele bedrijvenbeleid doorgelicht om te kijken of het werkt.
Bedrijvenbeleid opnieuw doorgelicht
Recent is het bedrijvenbeleid opnieuw helemaal doorgelicht. Deze beleidsdoorlichting zet alle evaluaties van instrumenten in de periode 2014-2019 op een rij in welke mate deze instrumenten doeltreffend en doelmatig zijn, en welke onderzoeksmethoden zijn gehanteerd (zie tabel voor overzicht). Klik hier om de beleidsdoorlichting te lezen.
Samenvattend overzicht doeltreffendheid evaluaties van Bedrijvenbeleid 2014-2019
Doeltreffend | Niet doeltreffend | Louter monitoring | Effect niet vast te stellen | |
---|---|---|---|---|
Theeuwes toegepast*** | SEED, Micro-financiering, Groeifaciliteit, SBIR, MIT, Innovatiekrediet, Innovatiebox, WBSO, STW, BMKB | DvI, Eureka Eurostars | ||
Theeuwes niet toepasbaar, alternatieve methode** | Topsectorenaanpak, TKI, Vroege Fase Financiering | SIS, Fiscale ondernemerschapsregelingen, GSF | TO2 | |
Loutere enquêtes en expert-opinies* | ROM, Ondernemerschapsonderwijs, Wet KvK, Garantiefaciliteit, Financieringsinstrumenten, EFRO, IE, NBTC, ruimtevaart | Actal | ICT-beleid, Green Deals, BBE, SDS | MVO, Groeiversneller, Valorisatieprogramma |
De sterretjes geven de score op de effectladder:
*** = (zeer) waarschijnlijke uitkomst (score 4 en 5)
** = aannemelijk (score 3)
* = mogelijk (score 1 en 2)
De belangrijkste bevindingen zijn:
- Van instrumenten die zich direct richten op het stimuleren van innovatie (Innovatiekrediet, WBSO, Innovatiebox, MIT, STW en SBIR) en ook van de kapitaalmarktinstrumenten (waaronder SEED, Micro-financiering, Groeifaciliteit, BMKB) is het aannemelijk dat de interventies doeltreffend zijn: het leidt tot bijvoorbeeld meer innovatie. Tevens is gebleken dat het aannemelijk is dat de SIS en de GSF niet doeltreffend waren; deze instrumenten zijn ondertussen gestopt.
- Ook van de innovatiemaatregelen die zich richten op kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven en op publiek-private onderzoeksamenwerking (PPS, zoals de TKI’s) - een kerndoel van het beleid en een belangrijk middel om innovaties tot stand te laten komen - is het aannemelijk dat ze in meer of mindere mate dit doel realiseren.
- Het deel van de beleidsmix dat de toegang tot kapitaalmarktfinanciering beoogt te vergroten (met garanties en kredietenfaciliteiten) slaagt er volgens de uitgevoerde meta-analyse van het kapitaalmarktinstrumentarium eveneens in "meerwaarde" bij de ondersteunde bedrijven te realiseren. Bedrijven verwerven op de kapitaalmarkt additionele financiering voor hun bedrijfsactiviteiten, die zonder overheidsondersteuning niet verworven zou zijn (klik hier voor het beleidsonderzoek MKB-financieringsmarkt).
- Op het terrein van ondernemerschapsbevordering is relatief weinig bekend of dat beleid doet wat het moet doen en dan met name de fiscale beleidsonderdelen. Op basis van de uitgevoerde evaluaties lijkt het niet aannemelijk dat de fiscale ondernemerschapsstimulering bijdraagt aan innovatie en ondernemersgroei. Maar deze instrumenten richten zich niet louter op innovatiebevordering, maar zijn ook bedoeld om ondernemerschap in algemene zin te bevorderen.