Kernindicatoren

Deze website bevat de belangrijkste feiten en cijfers van ons bedrijvenbeleid. Deze kernindicatoren zijn de cijfermatige onderbouwing van ons bedrijvenbeleid.

Nederland op veel ranglijsten in de top

In onderstaande tabel staan de belangrijkste kengetallen die aangeven hoe het Nederlandse bedrijvenbeleid ervoor staat. Hiervoor is onder meer gebruik gemaakt van verschillende internationale ranglijsten. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat streeft naar een koppositie voor Nederland op deze ranglijsten. De posities van Nederland en de ontwikkelingen worden hier kort toegelicht en worden elders op deze website uitvoeriger besproken.

Kerntabel bedrijvenbeleid 2015-2023

Kerntabel bedrijvenbeleid 2015-2023
201520162017201820192020202120222023
Arbeidsproductiviteitsniveau (positie NL)6669910101010
Global Competitiveness Index (positie NL)54564n.n.b.n.n.b.n.n.b.n.n.b.
European Innovation Scoreboard (positie NL)*554445444
RenD-intensiteit (in % van bbp)2,152,152,182,142,182,31%2,27%n.n.b.n.n.b.
Omvang pps-projecten (in mln euro)**9701.0601.2071.2821.2381.1061.1501.380n.n.b.
Uitstoot broeikasgassen industrie (CO2-equivalenten)55,456,156,955,95553,75449,8n.n.b.
Kwaliteit ondernemersklimaat (positie NL)32225n.n.b.
Waardering ondernemingsklimaat door bedrijven (rapportcijfer 1-10)6,76,4
Mkb-bedrijven tenminste een digitaal basisniveau (in %)75,380,1n.n.b.

* Positie in Innovation Union Scoreboard als voorganger van European Innovation Scoreboard;
** Voorlopige cijfers voor 2022.

Brontabel als csv (755 bytes)

Arbeidsproductiviteitsniveau: Nederland verliest terrein

Nederland staat in 2023 op de tiende plaats op de ranglijst van landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Nederland is de afgelopen tien jaar gedaald op deze ranglijst. Dit komt mede doordat de arbeidsproductiviteit sinds 2008 nauwelijks meer stijgt. De groei van arbeidsproductiviteit blijft achter bij die van de VS en de andere top-10-landen. Oorzaak lijkt de terugloop in de aardgaswinning en de productiviteitprestaties van zzp-ers.

Meer over het arbeidsproductiviteitsniveau in Nederland

Global Competitiveness Index

Hoe makkelijk is het om een bedrijf op te richten? Hoe sluit het onderwijs aan op behoeften van bedrijven? Op basis van dit soort gegevens wordt de Global Competitiveness Index (GCI) samengesteld. Deze ranglijst staat in het Global Competitiveness Report, dat is opgesteld door het World Economic Forum (WEF).

De GCI geeft aan hoe concurrerend nationale economieën zijn. Nederland stond in 2019 op de vierde plaats op de ranglijst met meest concurrerende economieën. Nederland heeft Zwitserland ingehaald en werd daardoor in 2019 de meest concurrerende economie in Europa. In afgelopen drie jaar is vanwege corona deze ranglijst niet verschenen. Eind 2023 komt er weer een nieuwe lijst.

Meer over de positie van Nederland op de GCI

European Innovation Scoreboard: Nederland innovatieleider

Op het European Innovation Scoreboard (EIS) staan de prestaties van EU-landen waar het gaat om onderzoek en innovatie. Nederland staat in 2023 op de vierde plek. Nederland behoort tot de kopgroep van innovatieleiders (25 procent boven het EU-gemiddelde) in Europa, aangezien het met 28,7 procent boven het EU-gemiddelde scoort.

Meer over de positie van Nederland op het EIS

R&D-intensiteit Nederland: boven EU, onder OESO-gemiddelde

Hoeveel geeft een land uit aan Research en Development (R&D)? R&D is belangrijk om nieuwe kennis te verkrijgen en is daarmee ook van invloed op mogelijke innovaties. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) publiceert jaarlijks nationale R&D-uitgaven ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product (bbp) van het land. In 2021 bedroegen de R&D-uitgaven in Nederland 2,27 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is boven het gemiddelde van de Europese Unie (2,16 procent), maar onder het OESO-gemiddelde (2,72 procent).

Meer over de omvang van de R&D-investeringen in Nederland

Omvang pps-projecten neemt verder toe

Bij Publiek-Private Samenwerking (PPS) werken kennisinstellingen, bedrijven en de overheid samen aan R&D. De omvang van de publiek-private R&D-samenwerking die plaatsvindt binnen de programma’s van de Topconsortia voor Kennis & Innovatie (TKI’s) is vanaf de start in 2013 tot 2019 sterk toegenomen. Na een daling in 2019 en 2020 is er sinds 2021 weer sprake van een stijging. In 2022 ging het om een totaal van 1.380 miljoen euro. Het aandeel private middelen schommelt jaarlijks tussen de 44 en 50 procent. In 2022 investeerden bedrijven zo’n 686 miljoen euro in de publieke kennisinfrastructuur (49 procent van de totale investeringen in pps).

Meer over de omvang van de publiek-private R&D-samenwerking in Nederland

Uitstoot broeikasgassen industrie neemt nauwelijks af

De Nederlandse industrie stootte in 2022 net iets minder dan 50 Mton (CO2-equivalenten) broeikasgasemissies uit. De uitstoot is ten opzichte van 1990 met ruim 36 Mton gereduceerd: een daling van 42 procent, terwijl de productie gegroeid is. Dit laat zien dat de ontwikkeling van de industriële productie sinds 1990 niet meer automatisch gepaard gaat met de uitstoot van broeikasgassen. Sinds 1990 is er sprake van een absolute ontkoppeling: een lagere industriële uitstoot van broeikasgas ging gepaard met een productietoename.

Meer over de uitstoot van broeikasgassen door de Nederlandse industrie

Kwaliteit ondernemersklimaat: NL behoort tot de koplopers

De National Entrepreneurship Context Index (NECI) van de Global Entrepreneurship Monitor 2022/2023 geeft aan hoe ondernemersvriendelijk een land is. Nederland staat in 2022 in deze index op de vijfde plek van de 51 deelnemende landen wel drie plaatsen lager dan in 2021. Nederland scoort vooral goed op het gebied van (toegang tot) ondernemersfinanciering en wetgeving die het aantrekkelijk maakt voor buitenlandse bedrijven om zich in Nederland te vestigen. Opvallend is dat een deel van de top 10 bestaat uit Arabische- en Aziatische landen en dat Nederland samen met Zwitserland het enige Europese land is in dit rijtje.

Meer over de positie van Nederland op de NECI

Waardering ondernemingsklimaat door bedrijven neemt af, maar nog steeds voldoende

De Monitor Ondernemingsklimaat geeft inzicht in de staat van het Nederlandse ondernemingsklimaat. Middels een vragenlijst onder bestuurders en leidinggevenden van Nederlandse bedrijven, (micro)data over de bedrijvendynamiek en een kwalitatieve metastudie van internationale ranglijsten, levert de monitor feiten en cijfers op over de aantrekkelijkheid van het Nederlandse ondernemingsklimaat, evenals aanknopingspunten voor beleidsmatige verbetering. Uit de eerste editie blijkt dat de waardering van het ondernemingsklimaat onder bedrijven afneemt (zowel in zijn algemeenheid als op deelfactoren), maar nog steeds voldoende is. Het belastingklimaat, financiering (en specifiek durfkapitaal), een voorspelbare langetermijnvisie van de overheid en het sentiment over het bedrijfsleven komen naar voren als algemene aandachtspunten. Percepties over de digitale, kennis- en fysieke infrastructuur laten juist een positief beeld zien. Ongeveer zestien procent van alle bedrijven overweegt vaak, regelmatig of voortdurend om bedrijfsonderdelen naar het buitenland te verplaatsen.

Klik hier voor het dashboard bij de Monitor Ondernemingsklimaat Klik hier voor het onderzoeksrapport bij de Monitor Ondernemingsklimaat.

Digitale Nederlandse prestaties goed

In Nederland heeft 80 procent van de mkb-bedrijven tenminste een digitaal basisniveau in 2022. Dit volgt uit de Digital Economy and Society Index (DESI) van de Europese Commissie. Deze indicator is gebaseerd op hoeveel ieder mkb-bedrijf gebruikt maakt van twaalf digitale technologieën. In Europees verband staat Nederland op de vijfde plaats. Finland is koploper. Daar is het aandeel bijna 90 procent. Het aandeel in Nederland nam vergeleken met 2021 met vijf procentpunten toe. Overigens steeg in alle top-10-landen dit aandeel in meer of mindere mate.

Meer over de positie van Nederland op de DESI

Maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën

Het kabinet heeft 25 missies geformuleerd om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Die missies passen binnen de volgende vier thema’s:

  • Energietransitie en duurzaamheid;
  • Landbouw/water/voedsel;
  • Gezondheid en zorg;
  • Veiligheid.

De kabinetsmissies op de vier thema’s zijn leidend in het innovatiebeleid. De focus ligt op economische kansen van maatschappelijke uitdagingen en de bijdrage van sleuteltechnologieën aan oplossingen voor deze uitdagingen.

Van de projecten die in 2022 gebruik hebben gemaakt van het innovatie-instrumentarium heeft naar schatting ongeveer 34 procent betrekking op één van de vier maatschappelijke thema’s, waarmee zo’n 53 procent van het innovatiebudget is gemoeid. De percentages voor 2022 zijn nagenoeg hetzelfde als in 2021.

Sleuteltechnologieën maken een brede toepassing van nieuwe technologieën in economie en samenleving uiteindelijk mogelijk. Ongeveer 40 procent van de projecten in 2022 die een beroep hebben gedaan op de regelingen om innovatie te stimuleren (exclusief de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk, WBSO) is gericht op een sleuteltechnologie. In euro’s uitgedrukt gaat zo’n 65 procent van de middelen (exclusief WBSO) om innovatie te stimuleren naar de ontwikkeling van sleuteltechnologieën. Een fractie lager dan de 68 procent in 2021.