Verduurzamen van Nederlandse bedrijfsleven

De Nederlandse industrie draagt bij aan onze welvaart, maar ook aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen en het verbruik van grondstoffen. De uitdaging is om de industrie in Nederland te verduurzamen om klimaatverandering tegen te gaan en de leefomgeving te verbeteren. Oplossingen voor verduurzaming bieden ook kansen om de industriële concurrentiekracht te versterken en om de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen af te bouwen.

Hoe staat Nederland ervoor?

Hoe staat Nederland ervoor op het gebied van de verduurzaming van de industrie? Op deze pagina wordt kort weergegeven hoeveel broeikasgassen de industrie uitstoot en waar ze deze uitstoot. We gaan in op wat de emissie-intensiteit van de Nederlandse industrie is, hoeveel er in milieubevorderende maatregelen wordt geïnvesteerd en welke projecten op stapel staan (voor bestaande en nieuwe industrie).

Klik hier voor meer informatie over hoe Nederland ervoor staat.

Wat is onze ambitie?

In 2050 heeft Nederland een duurzame, klimaatneutrale en circulaire economie met een duurzame (basis-)industrie die een belangrijke bijdrage levert aan het Nederlands verdienvermogen, innovatie, strategische autonomie, werkgelegenheid en een goede leefomgeving. De volgende vier indicatoren geven inzicht in hoe Nederland ervoor staat:

  • De industrie reduceert haar broeikasgasemissies met 66 procent in 2030 en met 100 procent in 2050 ten opzichte van 1990. In 2022 heeft de industrie haar emissies met 43 procent gereduceerd ten opzichte van 1990. De meest recente daling wordt grotendeels veroorzaakt door gestegen prijzen van aardgas. In de chemische industrie heeft dit geleid tot een afname of stillegging van productie bij bepaalde installaties. Hierdoor zijn emissies gedaald.

Emmissiereductie - Industrie (% t.o.v. 1990)

Emmissiereductie - Industrie (% t.o.v. 1990)
Emmissiereductie - Industrie [% t.o.v. 1990]
201536%
201636%
201735%
201836%
201937%
202038%
202138%
202243%
Bron: CBS Brontabel als csv (127 bytes)
  • Nederland heeft in 2050 een circulaire economie die voor haar productie steunt op biogrondstoffen en hergebruikte afvalstoffen. De doelstelling is om het gebruik van primaire abiotische grondstoffen als aandeel in de totale grondstoffen te halveren in 2030. Op dit moment is het aandeel abiogrondstoffen 70 procent van het totale materiaal gebruik.  

Grondstofen voor de economie, DMI (%)

Grondstofen voor de economie, DMI (%)
JaarGrondstofen voor de economie, DMI (%)
201473
201674
201873
202070
Bron: ICER Brontabel als csv (81 bytes)
  • Nederland behoort op het terrein van verduurzaming in 2030 tot de top drie in Europa en in de top tien van de wereld, afgemeten aan de Competitive Sustainability Index (CSI) en de Global Sustainable Competitiveness Index (GSCI). Nederland staat in 2022 op plaats vier van de CSI en op plaats negentien van de GSCI.

CSI Index 2022, Top 5

CSI Index 2022, Top 5
CSI
1: Zweden74
2: Finland73
3: Denemarken70
4: Nederland70
5: Oostenrijk65
Bron: CSI Brontabel als csv (88 bytes)

Top 20 GCSI, 2022

Top 20 GCSI, 2022
RankScore
1 : Zweden60,66786453
2 : Finland59,25032297
3 : Zwitzerland58,30813398
4 : Denemarken58,13411885
5 : Noorwegen57,58543279
6 : Ijsland57,09685853
7 : Verenigd Koningkrijk56,40159188
8 : Frankrijk56,26039461
9 : Slovenie56,2559915
10 : Japan56,17030787
11 : Oostenrijk55,8984557
12 : Zuid-Korea55,85514701
13 : Ierland55,56214642
14 : Letland55,36611008
15 : Portugal54,8331201
16 : Duitsland54,79701463
17 : Estland54,54174076
18 : Lithouwen54,18791551
19 : Nederland53,93393103
20 : Kroatie53,39035811
Bron: GCSI Brontabel als csv (556 bytes)

Hoe gaan we dit realiseren?

Dit zal worden gerealiseerd door middel van de vier onderstaande tactische doelen: 

Om welke bedragen gaat het?

In 2023 staan op de begrotingsartikelen 2 en 3 van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) bijna één miljard euro aan verplichtingen die bijdragen aan dit strategische doel. Ook bij begrotingsartikel 4 van EZK staan middelen die voor dit strategische doel worden aangewend. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld de SDE++ en de EIA. Het betreft generieke regelingen (geen geoormerkte fondsen voor de industrie) en gaat het nadrukkelijk om een deel van deze middelen. Ook kan hierbij worden gedacht aan middelen die worden gebruikt om de infrastructuur voor de industrie te ontwikkelen op het gebied van bijvoorbeeld waterstof en CCS.