Feiten & cijfers

Feiten & cijfers

Op deze website vindt u een uitgebreide cijfermatige onderbouwing van het bedrijvenbeleid. Op deze pagina zetten we in het kort de belangrijkste feiten en cijfers op een rij.

Algemeen: de economie

  • Nederland staat er medio 2022 goed voor in internationaal perspectief. Afgemeten aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) lijkt de veerkracht van de Nederlandse economie groot. Na een forse krimp in de eerste maanden na de uitbraak van de coronapandemie was het bbp medio 2021 alweer terug op het niveau van net voor de uitbraak. Vanaf het vierde kwartaal 2019 tot en met tweede kwartaal 2022 gerekend is van alle grote EU-landen het herstel het sterkst geweest in Nederland, zelfs nog sterker dan in de VS.
  • De economische vooruitzichten zijn ondertussen echter minder rooskleurig mede door de Oekraïne-oorlog en allerlei toeleveringsproblemen op korte termijn. Gevoed door de hoge inflatie, energieprijzen en vraaguitval voorzien veel analisten dan ook voor het einde van dit jaar een krimp van de economie.
  • Ook het Centraal Planbureau (CPB) constateert dat het krachtige herstel na de coronacrisis zal gaan kantelen. Volgens de Macro Economische Verkenning 2023 (MEV) valt de economische groei in de loop van 2022 terug. Op jaarbasis zal de groei nog 4,6 procent bedragen. In 2023 zal de groei naar verwachting verder terugvallen tot 1,5 procent. Op de wat langere termijn moeten volgens het CPB innovatie en succesvol ondernemerschap zorgen voor het herstel van de economische groei en groei van de brede welvaart.

Nederland op veel ranglijsten in de top

In onderstaande tabel staan de belangrijkste kengetallen die aangeven hoe het Nederlandse bedrijvenbeleid ervoor staat. Hiervoor is gebruik gemaakt van verschillende internationale ranglijsten. EZK streeft naar een koppositie voor Nederland op deze ranglijsten. Hieronder worden de posities van Nederland kort toegelicht.

Kerntabel bedrijvenbeleid 2014-2021

Kerntabel bedrijvenbeleid 2014-2021
20142015201620172018201920202021
Arbeidsproductiviteitsniveau (positie NL)6666991010
Global Competitiveness Index (positie NL)854564n.n.b.n.n.b.
European Innovation Scoreboard (positie NL)*65544454
RenD-intensiteit (in % van bbp)2,172,152,152,182,142,182,31%n.n.b.
Omvang pps-projecten (in mln euro)**814970106012071282123811061150
Uitstoot broeikasgassen industrie (CO2-equivalenten)55,854,55555,954,753,953,153,1
Kwaliteit ondernemersklimaat (positie NL)3222
Ranglijst digitale economie en maatschappij (DESI)44434443

* Positie in Innovation Union Scoreboard als voorganger van European Innovation Scoreboard;
** Voorlopige cijfers voor 2021.

Brontabel als csv (601 bytes)

Arbeidsproductiviteitsniveau: Nederland verliest terrein

Het niveau van arbeidsproductiviteit geeft aan hoe vernieuwend bedrijven zijn en hoe efficiënt er gewerkt wordt. Nederland stond in 2022 op de tiende plaats op de ranglijst van landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Dit is enkele plaatsen lager vergeleken met enkele jaren terug. Dit komt mede doordat de arbeidsproductiviteit in Nederland sinds 2009 niet of nauwelijks meer groeit. Daardoor blijft Nederland internationaal achter bij de Verenigde Staten en andere top-10-landen. Meer informatie over het arbeidsproductiviteitsniveau in Nederland.

Global Competitiveness Index

Hoe makkelijk is het om een bedrijf op te richten? Hoe sluit het onderwijs aan op behoeften van bedrijven? Op basis van dit soort gegevens wordt de Global Competitiveness Index (GCI) samengesteld. Deze ranglijst staat in het Global Competitiveness Report, dat is opgesteld door het World Economic Forum (WEF). De GCI geeft aan hoe concurrerend nationale economieën zijn. Nederland stond in 2019 op de vierde plaats van meest concurrerende economieën ter wereld. Nederland had in 2019 Zwitserland ingehaald en werd de meest concurrerende economie in Europa. Mede vanwege corona is de GCI de laatste jaren niet verschenen.

European Innovation Scoreboard: Nederland weer innovatieleider

Op het European Innovation Scoreboard (EIS) staan de prestaties van EU-landen waar het gaat om onderzoek en innovatie. Op deze ranglijst stond Nederland in 2021 weer op de vierde plek. Nederland behoort hiermee tot de kopgroep van zogenoemde innovatieleiders (25 procent boven het EU-gemiddelde) in Europa, aangezien Nederland 29 procent boven het EU-gemiddelde scoort.

R&D-intensiteit Nederland: boven EU, onder OESO-gemiddelde

Hoeveel geeft een land uit aan Research en Development (R&D)? R&D is belangrijk om nieuwe kennis te verkrijgen en is daarmee ook van invloed op mogelijke innovaties. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) publiceert jaarlijks nationale R&D-uitgaven ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product (bbp) van het land. In 2020 bedroegen de R&D-uitgaven in Nederland 2,31 procent van het bbp. Met dit cijfer komt Nederland boven het gemiddelde van de EU (2,12 procent) uit. Nederland blijft wel achter bij het OESO-gemiddelde (2,68 procent).

Omvang pps-projecten neemt weer licht toe

Bij Publiek-Private Samenwerking (PPS) werken kennisinstellingen, bedrijven en de overheid samen aan R&D. De omvang van de publiek-private R&D-samenwerking die plaatsvindt binnen de programma’s van de Topconsortia voor Kennis & Innovatie (TKI’s) is vanaf de start in 2013 tot 2019 sterk toegenomen. In 2019 en 2020 is sprake geweest van een lichte daling. De voorlopige schatting over 2021 toont weer een lichte stijging.

Uitstoot broeikasgassen industrie neemt nauwelijks af

De Nederlandse industrie stootte in 2021 53 Mton (CO2-equivalenten) broeikasgasemissies uit. De uitstoot is ten opzichte van 1990 met meer dan 33 Mton gereduceerd: een daling van 39 procent terwijl de productie gegroeid is. Dit laat zien dat de ontwikkeling van de industriële productie sinds 1990 niet meer automatisch gepaard gaat met de uitstoot van broeikasgassen. Sinds 1990 is er sprake van een absolute ontkoppeling: een lagere industriële uitstoot van broeikasgas ging gepaard met een productietoename. De uitstoot van de Nederlandse industrie is sinds 2015 ongeveer hetzelfde gebleven.

Kwaliteit ondernemersklimaat: NL behoort tot de koplopers

De National Entrepreneurship Context Index (NECI) van de Global Entrepreneurship Monitor 2021/2022 geeft aan hoe ondernemersvriendelijk een land is. Nederland staat in deze index net als in de voorgaande editie op de tweede plek van de 50 deelnemende landen. Nederland scoort vooral goed op het gebied van fysieke, commerciële en juridische infrastructuur en culturele en sociale normen.

Digitale economie en maatschappij: NL doet het goed

Het kabinet streeft ernaar om digitale koploper van Europa te worden. Nederland doet het goed op digitaal gebied en staat op de derde plaats van de Digital Economy and Society Index (DESI) 2021. Nederland scoort relatief hoog als het gaat om de economische en sociale impact van ICT op de economie. Wereldwijd staat Nederland hier derde.

Maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën

Het kabinet heeft 25 missies geformuleerd om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Die missies passen binnen de volgende vier thema’s:
•    energietransitie en duurzaamheid;
•    landbouw/water/voedsel;
•    gezondheid en zorg;
•    veiligheid.

De kabinetsmissies op de vier thema’s zijn leidend in het innovatiebeleid. De focus ligt op economische kansen van maatschappelijke uitdagingen en de bijdrage van sleuteltechnologieën aan oplossingen voor deze uitdagingen. Van de projecten die in 2021 gebruik hebben gemaakt van de innovatie-instrumenten heeft naar schatting ongeveer 31 procent betrekking op minimaal één van de vier maatschappelijke thema’s, waarmee zo’n 49 procent van het innovatiebudget is gemoeid. Vooral het laatste percentage ligt een fractie hoger dan in 2020. Sleuteltechnologieën maken een brede toepassing van nieuwe technologieën in economie en samenleving uiteindelijk mogelijk. Ongeveer 40 procent van de projecten in 2021 die een beroep hebben gedaan op de regelingen om innovatie te stimuleren (exclusief de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk, WBSO) is gericht op een sleuteltechnologie. In euro’s uitgedrukt gaat zo’n 70 procent van de middelen (exclusief WBSO) om innovatie te stimuleren naar de ontwikkeling van sleuteltechnologieën. Dit percentage is veel hoger dan de 57 procent in 2020.