1. Publiek-private R&D-samenwerking in Nederland
Bij Publiek-Private Samenwerking (PPS) werken kennisinstellingen, bedrijven en de overheid samen aan Research en Development (R&D). Publiek-private R&D-samenwerking (PPS) vindt onder andere plaats binnen de programma’s van de Topconsortia voor Kennis & Innovatie (TKI’s). Dat is de publiek-private samenwerking die wordt gestimuleerd binnen het missiegedreven innovatiebeleid.
Omvang investeringen publiek-private R&D samenwerking
De omvang van de publiek-private R&D-investeringen binnen de programma’s van de TKI’s heeft zich de afgelopen jaren snel ontwikkeld. De publiek-private R&D-investeringen verdubbelden in de periode 2013-2018. Voor een deel kwam dat door de grotere bekendheid van de toeslagregeling voor publiek-private samenwerking (PPS-toeslagregeling). Na een daling in 2019 en 2020 toont de voorlopige schatting over 2021 weer een lichte stijging. In 2021 ging het om een totaal van 1.150 miljoen euro (voorlopige schatting). Het aandeel private middelen schommelt jaarlijks tussen de 45 en 49 procent. In 2021 investeerden bedrijven zo’n 556 miljoen euro in de publieke kennisinfrastructuur (49 procent van de totale investeringen in pps). Meer over het beleidsinstrument PPS-toeslag.
De cijfers over de PPS-toeslagregeling gaan alleen over publiek-private R&D-samenwerking binnen de topsectoren en de daaraan verbonden TKI’s. We kunnen ervan uitgaan dat dit een groot deel is van de totale publiek-private R&D-samenwerking in Nederland.
Geschatte omvang middelen PPS-projecten TKI's (publiek en privaat), 2013-2021 (€ mln)
Omvang middelen PPS-toeslagprojecten | Waarvan privaat | |
---|---|---|
2013 | 571 | 200 |
2014 | 814 | 358 |
2015 | 970 | 475 |
2016 | 1060 | 509 |
2017 | 1207 | 559 |
2018 | 1282 | 581 |
2019 | 1238 | 547 |
2020 | 1106 | 489 |
2021* | 1150 | 566 |
Meer samenwerking tussen kennisinstellingen en innovatieve bedrijven
Samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen op het terrein van innovatie wordt gemeten in de innovatie-enquêtes die in Europese landen gecoördineerd door Eurostat worden gehouden. Tot en met 2016 werd in de innovatie-enquêtes een onderscheid gemaakt tussen technologisch en niet-technologisch innovatieve bedrijven. Maar vanaf verslagjaar 2018 is dit onderscheid komen te vervallen (breed innovatiebegrip). Bij samenwerking gaat het sindsdien om zowel technologisch als niet-technologisch innovatieve bedrijven en niet langer meer om technologisch innovatieve bedrijven die hebben samengewerkt. We dienen daarom voorzichtig te zijn met het vergelijken van de cijfers over 2018 en 2020 met die over eerdere jaren. Kijken we toch naar de ontwikkeling over een wat langere periode, dan zien we dat het aandeel innovatieve bedrijven in Nederland dat heeft samengewerkt met een universiteit of researchinstelling in de periode 2016-2020 redelijk stabiel was. In de EU in totaliteit is in 2018 sprake geweest van een daling, zodat de positie van Nederland internationaal vergeleken is verbeterd in dat jaar. Over 2020 zijn nog geen cijfers beschikbaar voor de totale EU. Cijfers over 2018 geven aan dat Nederland achterblijft bij het EU-gemiddelde waar het gaat om samenwerking van innovatieve bedrijven met universiteiten en in lijn met het EU-gemiddelde scoort bij samenwerking met researchinstellingen.
Samenwerking tussen innoverende bedrijven en universiteiten, 2010-2020 (in %)
Aandeel innoverende bedrijven dat (de laatste drie jaar) technologisch heeft samengewerkt met universiteiten | Nederland | EU |
---|---|---|
2010 | 8% | 11% |
2012 | 11% | 13% |
2014 | 15% | 13% |
2016 | 9% | 14% |
2018 | 10% | 12% |
2020 | 9% |
Aandeel innovatieve bedrijven dat (de laatste drie jaar) technologisch heeft samengewerkt met researchinstellingen | Nederland | EU |
---|---|---|
2010 | 6% | 6% |
2012 | 8% | 9% |
2014 | 8% | 9% |
2016 | 5% | 8% |
2018 | 6% | 6% |
2020 | 6% |
Toegepast Onderzoek Organisaties (TO2)
In Nederland voeren diverse instituten toegepast onderzoek (TO) uit. Sinds 2010 werken deze instituten samen onder de noemer TO2. Het gaat hier om Deltares, MARIN, NLR, TNO/ECN (ECN is in 2018 opgegaan in TNO) en Wageningen Research. Deze TO2-instituten voeren onderzoek uit in opdracht van ministeries en bedrijven. Ze doen ook onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken. Meer over maatschappelijke thema’s.
Klanttevredenheid en benutten van kennis
Klanten zijn over het algemeen tevreden over de verleende diensten van TO2-instituten. Over het jaar 2021 zien we onder andere dat de vier TO2-instituten die financieel ondersteund worden door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), gemiddeld een 8,9 scoren (Wageningen Research, financieel ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en daarmee onderdeel van de LNV-begroting, een 8,9). Die hoge waardering is belangrijk, want het stimuleert bedrijven om vaker de samenwerking met een TO2-instelling aan te gaan. Daarnaast is het van belang dat bedrijven de opgedane kennis en onderzoeksresultaten benutten. Gemiddeld geldt bij de vier instellingen over het jaar 2021 dat 97 procent van de klanten de projectresultaten als nuttig heeft beoordeeld (bij Wageningen Research is dat 99 procent). Meer informatie over TO2-instituten.
Kengetallen ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie
TO2 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Klanttevredenheid Deltares | 8,7 | 8,6 | 8,2 | 8,7 | 9,2 | 9,1 | 8,7 |
Klanttevredenheid Marin | 8,8 | 8,9 | 8,6 | 8,8 | 8,6 | 9 | 8,9 |
Klanttevredenheid NLR | 8,8 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | 8,9 |
Klanttevredenheid TNO | 8,4 | 8,6 | 8,6 | 8,8 | 8,7 | 8,9 | 8,9 |
Kennisbenutting Deltares | 96% | 97% | 93% | 95% | 88% | 82% | 96% |
Kennisbenutting Marin | 97% | 100% | 100% | 100% | 97% | 100% | 100% |
Kennisbenutting NLR | 99% | 99,50% | 99% | 96% | 97% | 98% | 96% |
Kennisbenutting TNO | 98% | 98% | 98% | 99% | 96% | 97% | 97% |