2. Onderzoek en ontwikkeling (R&D)

Onderzoek en ontwikkeling (R&D) is belangrijk voor onze economie. Hoeveel geeft Nederland uit aan R&D? Iets meer dan het gemiddelde van de landen van de Europese Unie (EU), maar minder dan het gemiddelde van de landen die in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zitten. Dat komt voor een belangrijk deel door de sectorsamenstelling van Nederland.

Vergelijking met EU en OESO

In 2020 werd er in Nederland 2,31 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uitgegeven aan onderzoek en ontwikkeling (R&D). Dat is meer dan het gemiddelde van de Europese Unie (EU): 2,19 procent. Nederland blijft wel achter bij het gemiddelde van de OESO-landen: 2,67 procent. De oorzaak voor die achterstand zit vooral bij de R&D-uitgaven van bedrijven. Over de periode 2013-2019 zijn de totale R&D-uitgaven in verhouding tot het bbp in Nederland ongeveer gelijk gebleven, terwijl gemiddeld in de EU en de OESO sprake is geweest van een substantiële stijging sinds 2016. In 2020 zijn de totale R&D-uitgaven en de R&D-uitgaven van bedrijven in verhouding tot het bbp vrij sterk gestegen, zowel in Nederland als internationaal. Dat komt door een neerwaartse invloed van de coronacrisis op het bbp (positief noemereffect op de R&D-uitgaven als percentage van het bbp). Naar verwachting is dit een tijdelijk effect vanwege inhaalgroei van het bbp in de jaren na 2020.

Totale R&D-uitgaven: Nederland, EU-27 en OESO-landen, 2013-2020 (% van bbp)

Totale R&D-uitgaven: Nederland, EU-27 en OESO-landen, 2013-2020 (% van bbp)
NederlandEU-27OESO-landen
20132,161,982,3
20142,1722,32
20152,1522,33
20162,151,992,33
20172,182,032,37
20182,142,072,44
20192,182,112,52
20202,312,192,67
Bronnen: OESO-database Main Science and Technology Indicators en CBS, StatLine Brontabel als csv (192 bytes)
R&D-uitgaven van bedrijven: Nederland, EU-27 en OESO-landen, 2013-2020 (% van bbp)
NederlandEU-27OESO-landen
20131,411,251,57
20141,411,271,59
20151,381,281,62
20161,411,301,63
20171,451,341,68
20181,421,371,74
20191,461,401,81
20201,541,431,92
Bronnen: OESO-database Main Science and Technology Indicators en CBS, StatLine Brontabel als csv (199 bytes)

Herziening cijfers R&D-uitgaven

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft in 2019 de methode herzien om R&D-uitgaven te bepalen. Dit is gedaan naar aanleiding van wijzigingen in internationale richtlijnen voor de R&D-statistiek.

Door deze herziening scoort Nederland hoger bij de R&D-uitgaven dan daarvoor. De effecten van de herziening zijn:

  • De totale R&D-uitgaven in Nederland zijn ongeveer 0,20 procent van het bbp hoger geworden.
  • De R&D-uitgaven van bedrijven zijn naar boven bijgesteld met ongeveer 0,30 procent van het bbp.
  • De R&D-uitgaven van instellingen zijn naar beneden aangepast met ongeveer 0,10 procent van het bbp.

Hoe komt het dat die aandelen gewijzigd zijn? Een belangrijke reden hiervoor is dat ingehuurd R&D-personeel nu volledig wordt meegenomen bij de R&D-activiteiten van bedrijven en instellingen. Een andere belangrijke reden is dat bepaalde publieke organisaties nu als bedrijven worden gezien en niet langer als overheidsinstellingen. Het gaat hier om publieke organisaties die voor een belangrijk deel inkomsten halen uit marktactiviteiten.

Sectorsamenstelling beïnvloedt percentage R&D-uitgaven

De R&D-uitgaven in Nederland blijven structureel achter bij het gemiddelde van de OESO. Dit wordt vooral veroorzaakt door de R&D-uitgaven van bedrijven. Als we hiernaar kijken, dan zien we dat de R&D-intensieve sectoren hierin een belangrijke rol spelen. Deze sectoren maken in Nederland een kleiner deel van de economie uit dan in R&D-intensieve OESO-landen. Als we rekening houden met deze verschillen in sectorsamenstelling, dan krijgen we een ander beeld. Dan zien we een aanzienlijk hoger percentage van de door Nederlandse bedrijven uitgevoerde R&D (ten opzichte van de toegevoegde waarde van bedrijven). Zonder correctie voor de sectorstructuur tonen de OESO-cijfers een achterstand van Nederland bij de R&D-uitgaven van bedrijven ten opzichte van het OESO-gemiddelde van 30 procent in 2017. Na correctie is die achterstand nog zeven procent. Waarbij opgemerkt dat de revisie van de R&D-statistiek in Nederland nog niet in de OESO-cijfers is verwerkt.   

R&D-intensiteit OESO-landen: R&D-uitgaven van bedrijven als aandeel van toegevoegde waarde bedrijven, 2017 (in %)

R&D-intensiteit OESO-landen: R&D-uitgaven van bedrijven als aandeel van toegevoegde waarde bedrijven, 2017 (in %)
Ongecorrigeerd voor sectorstructuurGecorrigeerd voor sectorstructuur
Mexico0,090,16
Chili0,180,27
Letland0,230,33
Litouwen0,460,99
Turkije0,631,15
Slowakijke0,670,61
Griekenland0,801,41
Estland0,931,05
Ierland1,090,81
Spanje1,121,69
Polen1,131,37
Portugal1,141,80
Nieuw Zeeland1,222,07
Canada1,422,12
Australië1,431,94
Italië1,461,71
Noorwegen1,722,97
Tsjechië1,761,39
Nederland1,792,39
Hongarije1,831,33
VK1,912,22
Slovenië2,331,60
IJsland2,443,27
Frankrijk2,513,21
België3,033,56
Finland3,132,98
Oostenrijk3,293,50
Duitsland3,312,13
Denemarken3,332,95
VS3,403,48
Japan3,482,93
Zweden3,653,73
Zuid-Korea5,262,51
Israël6,584,39
Bron: OESO, OECD Science, Technology and Industry Scoreboard Brontabel als csv (739 bytes)

Bedrijfsuitgaven aan verschillende soorten R&D

Bedrijven kunnen op verschillende manieren aan R&D doen:

  • fundamenteel onderzoek (gericht op nieuwe wetenschappelijke kennis, zonder stil te staan bij specifieke praktische toepassingen);
  • toegepast onderzoek (gericht op nieuwe wetenschappelijke kennis voor specifieke praktische toepassingen in nieuwe of verbeterde producten en processen);
  • experimentele ontwikkeling (gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten en processen).

Analyseren we de OESO-cijfers naar het soort R&D dat door bedrijven wordt uitgevoerd? Dan zien we dat we in Nederland vooral minder uitgeven aan experimentele ontwikkeling in vergelijking met andere relatief kennisintensieve economieën. Hierbij lijkt een rol te spelen dat Nederlandse bedrijven veel op buitenlandse markten opereren. Daar doen die bedrijven veel aan productontwikkeling, dicht bij lokale markten. Bedrijven in Nederland en ook in veel andere Europese landen investeren relatief gezien zelfs meer in toegepast onderzoek dan bedrijven in de VS en Aziatische landen met relatief hoge totale R&D-uitgaven van bedrijven.

R&D-uitgaven van bedrijven als aandeel van het bbp (in %), 2019

R&D-uitgaven van bedrijven als aandeel van het bbp (in %), 2019
Fundamenteel onderzoekToegepast onderzoekExperimentele ontwikkeling
Nederland0,170,650,64
Voormalige EU-150,110,570,78
OECD0,140,411,26
Belgie0,261,071
Oostenrijk0,120,681,4
Denemarken0,090,431,26
Duitsland0,140,911,13
VS0,150,361,82
Japan0,190,411,94
Finland0,080,311,45
Zweden0,150,411,87
China0,010,061,65
Bron: OESO, Research and Development Statistics Brontabel als csv (361 bytes)