Innovatie

Innovatie is vernieuwing van een product, dienst of productieproces. Nieuwe of verbeterde producten en diensten voegen extra waarde toe en door verbeterde processen kan de productie sneller, efficiënter, duurzamer en goedkoper plaatsvinden. Innovatie is dan ook één van de belangrijkste bronnen voor economische groei en welvaart. Bedrijven innoveren omdat zij hierdoor meer winst kunnen maken en omdat zij hierdoor beter kunnen concurreren. Daarnaast kunnen nieuwe producten en processen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Denk bijvoorbeeld aan producten die recyclebaar zijn. Of nieuwe technologie die je kunt inzetten voor ouderenzorg.

Hoe scoort Nederland op innovatie?

Nederland scoort in het algemeen bovengemiddeld tot goed op innovatie. Hiervoor zijn verschillende aanwijzingen. De score wordt mede bepaald door de volgende vier indexen.

1. European Innovation Scoreboard

Op het European Innovation Scoreboard (EIS) staan de prestaties van EU-landen waar het gaat om onderzoek en innovatie. Op deze ranglijst staat Nederland in 2022 op de vierde plek. Nederland behoort tot de kopgroep van zogenoemde innovatieleiders in Europa, aangezien Nederland meer dan 25 procent boven het EU-gemiddelde scoort. Met een score van 29 procent boven het EU-gemiddelde voldoet Nederland zelfs ruim aan dit criterium. Meer over de positie van Nederland op de European Innovation Scoreboard.

2. Research & Development (R&D)

Onderzoek en ontwikkeling (R&D) is belangrijk voor onze economie. Hoeveel geeft Nederland uit aan R&D? In 2020 bedroegen de R&D-uitgaven in Nederland 2,31 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Met dit cijfer komt Nederland boven het gemiddelde van de Europese Unie (2,19 procent) uit. Nederland blijft wel achter bij het OESO-gemiddelde (2,67 procent). Meer over de prestaties van Nederland op het gebied van R&D.

3. Intellectuele-eigendomsrechten

Voor de uitvinding van een proces of product kan de uitvinder octrooi (patent) aanvragen en zo het intellectuele eigendomsrecht verkrijgen. Als in een land veel patenten worden aangevraagd, zegt dat wat over de innovatiekracht van dat land. Nederland behoort al jaren wereldwijd tot de landen met de meeste octrooiaanvragen. In 2021 stond Nederland op de vierde plek binnen de EU als je kijkt naar het aantal octrooiaanvragen in verhouding tot het bbp. Bij aanvragen van handelsmerken scoort Nederland net als in voorgaande jaren ruim boven het EU-gemiddelde. In 2020 was Nederland voor aanvragen van modelrechten opgeklommen naar een positie boven het EU-gemiddelde. De score van Nederland is in 2021 licht gedaald. Gemiddeld in de EU zien we een daling sinds 2018. Meer over de prestaties van Nederland op het gebied van Intellectuele-eigendomsrechten.

4. Innovatieactiviteiten

Hoeveel innovatieve bedrijven zijn er ten opzichte van het totaal aantal bedrijven? Cijfers over 2020 tonen een stijging ten opzichte van 2018. Nederland bevindt zich nu net als in vroegere jaren weer op een positie boven het EU-gemiddelde (56 ten opzichte van 53 procent). Ook is de positie van Nederland verbeterd bij de omzet die bedrijven hebben behaald met nieuwe en sterk verbeterde producten, maar de score is nog aanzienlijk lager dan gemiddeld in de EU (negen versus 13 procent van de totale omzet van bedrijven). Meer over de prestaties van Nederland op het gebied van innovatieactiviteiten.

Wat is het beleid?

Het bedrijvenbeleid wil bedrijven stimuleren om vernieuwingen door te voeren. Daarvoor zijn er diverse financiële innovatie-instrumenten. Een groot deel van die instrumenten heeft een algemene doelstelling. Dat wil zeggen: ze zijn erop gericht om bedrijven te stimuleren aan R&D te doen en innovaties te realiseren. Daarnaast kent het innovatiebeleid specifieke instrumenten. Die zijn erop gericht om bedrijven en kennisinstellingen te stimuleren op specifieke gebieden onderzoek te doen en innovatief te zijn. Denk hierbij aan de toeslag voor publiek-private samenwerking (PPS) en de financiële ondersteuning voor Toegepast Onderzoek Organisaties (TO2). De specifieke instrumenten zijn gerelateerd aan het missiegedreven innovatiebeleid, dat zich richt op maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën.

Generieke en specifieke innovatie-instrumenten

De generieke instrumenten, die bedoeld zijn voor ondersteuning van innovatie op allerlei terreinen, zijn: Wet Bevordering Speur en Ontwikkelingswerk (WBSO), Eurostars, Innovatiekrediet, Seed Capital en Vroegefasefinanciering. Daarvoor is in 2023 1,51 miljard euro beschikbaar. De Innovatiebox van het Ministerie van Financiën is hier niet in meegeteld. Specifieke instrumenten die bedrijven direct ondersteunen bij R&D en innovatie, zijn: MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT), Joint Technology Initiatives (JTI’s), Eureka Clusters, GlobalStars en Small Business Innovation Research (SBIR). Hiervoor is 104 miljoen euro begroot voor 2023. Daarnaast worden bedrijven samen met kennisinstellingen financieel gesteund door het Rijk bij deelname aan specifieke projecten in het kader van het Nationaal Groeifonds en grote specifieke Europese projecten genaamd 'Importants Projects of Common European Interest' (IPCEIs). 

Welk deel van beschikbare innovatiemiddelen voor bedrijven gaat naar het mkb? Het mkb benut twee derde (68 procent) van de zojuist genoemde beschikbare innovatiemiddelen voor bedrijven (middelen via het Nationaal Groeifonds, IPCEIs en ook de Innovatiebox niet meegerekend). Ter vergelijking: het mkb verricht ongeveer een derde (32 procent) van alle bedrijfsactiviteiten op het gebied van R&D in Nederland volgens CBS-cijfers over 2020.

Ministeries voegen beschikbare financiële middelen samen voor kennis en innovatie. Zo geven zij gezamenlijk (rijksbreed) invulling aan het missiegedreven- en innovatiebeleid. Onderstaande grafiek laat de uitgaven in 2015 en 2022 aan generiek en specifiek innovatiebeleid zien. Voor specifiek beleid zijn de middelen bij elkaar opgeteld die betrekking hebben op de topsectoren. Dat is gedaan voor zowel EZK als de overheid rijksbreed. De rijksbrede specifieke inzet is in de periode 2015-2022 met 27 procent toegenomen. Dat is minder dan de toename van de generieke inzet (32 procent).

Budget innovatie-instrumenten, 2015-2022: generiek en specifiek

Budget innovatie-instrumenten, 2015-2022: generiek en specifiek Uitgaven aan generiek en specifiek innovatiebeleid in € mln
20152022
Generiek12331624
Specifiek EZK584761
Specifiek Rijksbreed (incl. EZK)10421325
Bron: Ministerie van Economische Zaken & Klimaat Brontabel als csv (99 bytes)

Stimulering oplossing maatschappelijke thema’s en ontwikkeling sleuteltechnologieën

Voor het missiegedreven innovatiebeleid, dat zich richt op maatschappelijke thema’s en sleuteltechnologieën, zet het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) gericht drie specifieke instrumenten in: de PPS-toeslagregeling, MIT en SBIR. Maar ook de generieke instrumenten uit het innovatie-instrumentarium zoals hierboven genoemd dragen (indirect) bij aan het stimuleren van innovaties op het gebied van de maatschappelijke thema’s en sleuteltechnologieën, evenals de Nederlandse deelname vanuit EZK aan internationale programma’s. Dat betreft de instrumenten Eureka Clusters, Joint Technology Initiatives en GlobalStars. Ook wordt een belangrijk deel van de EZK-middelen voor Toegepast Onderzoek Organisaties (TO2) ingezet voor het missiegedreven innovatiebeleid.

Maatschappelijke thema's

Het kabinet heeft 25 missies binnen vier maatschappelijke thema’s (energietransitie en duurzaamheid, landbouw/water/voedsel, gezondheid en zorg, en veiligheid) geformuleerd om maatschappelijke knelpunten aan te pakken. De focus ligt hierbij op economische kansen van maatschappelijke uitdagingen en de bijdrage van sleuteltechnologieën aan oplossingen voor deze uitdagingen.

Van de projecten die in 2021 gebruik hebben gemaakt van het innovatie-instrumentarium (zie metadata voor de instrumenten die zijn meegenomen), heeft naar schatting ongeveer 33 procent betrekking op één van de vier maatschappelijke thema’s. Hier is zo’n 53 procent van het innovatiebudget mee gemoeid. Vooral het laatste percentage ligt iets hoger dan in 2020. Het grootste deel daarvan richt zich op het thema Energietransitie en Duurzaamheid en daarna het thema Gezondheid en Zorg. Zie onderstaande (gerelateerde) grafieken.

Overigens liggen de percentages hier lager dan gepresenteerd bij het thema missiegedreven innovatiebeleid, waar gekeken is naar de bijdragen van de drie specifieke instrumenten (PPS, MIT en SBIR) aan de zes KIA’s: de vier maatschappelijke thema’s en de KIA Sleuteltechnologieën en het Maatschappelijk Verdienvermogen. Hier kijken we naar het gehele innovatie-instrumentarium waaronder de WBSO die innovatie in den brede stimuleert.

Aandeel (%) inzet op maatschappelijke thema's, op basis van projecten, 2021 en 2020

Aandeel (%) inzet op maatschappelijke thema's, op basis van projecten, 2021 en 2020
Aandeel 2021 (%)Aandeel 2020 (%)
Maatschappelijke thema's33%30%
Overige innovatieprojecten67%70%
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Brontabel als csv (106 bytes)
Aandeel (%) inzet op maatschappelijke thema's, op basis van budgetten, 2021 en 2020
Aandeel 2021 (%)Aandeel 2020 (%)
Maatschappelijke thema's53%48%
Overige innovatieprojecten47%52%
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Brontabel als csv (106 bytes)

Verdeling (%) van maatschappelijke thema's, op basis van projecten, 2021 en 2020

Verdeling (%) van maatschappelijke thema's, op basis van projecten, 2021 en 2020
Aandeel 2021 (%)Aandeel 2020 (%)
Gezondheid en Zorg21%22%
Landbouw, Water, Voedsel17%17%
Energietransitie en Duurzaamheid52%53%
Veiligheid10%9%
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Brontabel als csv (159 bytes)
Verdeling (%) van maatschappelijke thema's, op basis van budgetten, 2021 en 2020
Aandeel 2021 (%)Aandeel 2020 (%)
Gezondheid en Zorg32%36%
Landbouw, Water, Voedsel13%13%
Energietransitie en Duurzaamheid48%45%
Veiligheid8%7%
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Brontabel als csv (158 bytes)

Sleuteltechnologieën

Een sleuteltechnologie is een technologie die breed toepasbaar is en doorslaggevend om een baanbrekende innovatie te realiseren. Ze zijn essentieel bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en/of leveren een grote potentiële bijdrage aan de economie. In 2021 richt zo’n vier op de tien projecten die gebruik maken van het innovatie-instrumentarium (exclusief WBSO) zich op een sleuteltechnologie. Het budget dat hiermee gemoeid is, is relatief nog wat groter. Zo’n 70 procent van de middelen (exclusief WBSO) om innovatie te stimuleren, gaat naar de ontwikkeling van sleuteltechnologieën. Dit laatste percentage is veel hoger dan de 60 procent in 2020.

Inzet op sleuteltechnologieën (%), op basis van aantal projecten, 2021 en 2020 (excl. WBSO)

Inzet op sleuteltechnologieën (%), op basis van aantal projecten, 2021 en 2020 (excl. WBSO)
2021 (%)2020 (%)
Sleuteltechnologie41%39%
Geen sleuteltechnologie57%47%
Onbekend2%14%
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Brontabel als csv (98 bytes)
Inzet op sleuteltechnologieën (%), op basis van budgetten, 2021 en 2020 (excl. WBSO)
2021 (%)2020 (%)
Sleuteltechnologie70%60%
Geen sleuteltechnologie29%37%
Onbekend1%3%
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Brontabel als csv (97 bytes)