Topsectoren: wat is het beleid?
Topsectoren zijn gebieden waar de Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen wereldwijd in uitblinken. In de topsectorenaanpak werken bedrijven, kennisinstellingen en de overheid samen aan duurzame economische groei. De kracht van deze aanpak zit niet alleen in de samenwerking. Ook de kruisbestuivingen tussen topsectoren hebben aantoonbaar meerwaarde. Hier presenteren we de resultaten van de twee specifiek financiële instrumenten van het topsectorenbeleid: de TKI-toeslag en de MIT. Daarnaast laten we ook resultaten zien van deelname van de topsectoren aan enkele meer generieke instrumenten.
Toenemende private bijdrage aan publiek-private samenwerking (pps)
De doelstelling om meer private financiering in pps-verband los te maken is gerealiseerd en vorig jaar is de doelstelling opwaarts bijgesteld van € 500 miljoen naar € 800 miljoen. De omvang van de publiek en private middelen in pps blijft zich voortvarend ontwikkelen. De pps-omvang wordt in 2015 op € 1.020 miljoen geschat, met een private bijdrage van gemiddeld 48 procent. Bedrijven investeerden in 2015 dus zo’n € 490 miljoen in de publieke kennisinfrastructuur; dat is zo'n € 130 miljoen meer dan vorig jaar.
De MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)-regeling
De MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)-regeling is bedoeld om het mkb bij innovatie te betrekken. De MIT kent verschillende instrumenten: R&D-samenwerkingsprojecten, haalbaarheidsstudies, kennisvouchers en innovatie-adviesprojecten. Sinds 2015 wordt de MIT uitgevoerd in samenwerking met de provincies. Bij de MIT is in 2015 een grote stijging te zien in het aantal aanvragen en verleningen, en ook in het verleende budget (van € 28,1 miljoen in 2014 naar € 47,7 miljoen in 2015). Dankzij een verhoging van het beschikbare budget, mede door inleg van de provincies, kon een veel groter aantal projecten gehonoreerd worden dan in 2013 en 2014.