Thema's

Publiek-privaat onderzoek: wat is het beleid?

Samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) coördineert en borgt EZ de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast en fundamenteel onderzoek. Gezamenlijk wordt gestreefd naar hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie die bedrijven en kennisinstellingen kunnen benutten bij hun innovatie-activiteiten.

Publiek-private samenwerking stimuleren

Om samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheid binnen de Topsectoren te bevorderen, zijn in 2012 en 2013 Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) opgericht. In deze TKI’s programmeren, organiseren en financieren bedrijven, kennisinstellingen en overheden gezamenlijk onderzoek en innovatie. Deze publiek-private samenwerking (pps) gebeurt met behulp van thematische “roadmaps” die onder meer ingegeven worden door maatschappelijke uitdagingen. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij thema’s in Europese programma’s. Om bedrijven te prikkelen om via private investeringen in pps-projecten deel te nemen aan de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s), heeft de overheid in 2013 een TKI-toeslag ingevoerd.

Internationaal samenwerken in R&D via Horizon2020

Nederland is als relatief kleine maar zeer open kenniseconomie gebaat bij internationale R&D-samenwerking. De overheid bevordert dit onder meer met contributies (cofinanciering) aan (veelal) Europese programma’s voor onderzoek en innovatie. Essentieel daarbij is de verbinding tussen de topsectoren en de EU-programma’s op het terrein van kennis en innovatie. Het bekendste en (budgettair) omvangrijkste EU-programma voor onderzoek en innovatie is Horizon2020, dat in 2014 van start ging.

Technisch wetenschappelijk onderzoek financieren met STW

STW is binnen NWO verantwoordelijk voor de financiering van technisch wetenschappelijk onderzoek, een wetenschapsdomein dat zeer relevant is voor de innovatiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven. STW speelt dan ook een belangrijke rol bij de samenwerking met de topsectoren in de vorm van publiek-private samenwerking. Ook de subsidie van EZ aan STW wordt hier geheel op ingezet. Naast de subsidie van NWO en EZ haalt STW ook inkomsten binnen uit onder meer de TKI-toeslag, private cashbijdragen en royalties.

€ 3,3 miljard beschikbaar voor fundamenteel en toegepast onderzoek

Voor fundamenteel onderzoek is er € 3,3 miljard in 2016 beschikbaar. Het bedrag voor toegepast onderzoek is een stuk lager met zo'n € 390 miljoen. Een deel daarvan is bestemd voor het topsectorenbeleid.

In de tabel staan alle middelen voor onderzoek en innovatie samengepakt. Daaruit blijkt dat het kabinet de middelen voor onderzoek en innovatie de afgelopen jaren - in tijden van budgettaire krapte - uit de wind heeft gehouden. Voor de komende jaren heeft het Rathenau Instituut berekend dat de Rijksmiddelen voor onderzoek en innovatie als percentage van het bbp afnemen van 0,93 procent bbp in 2015 naar 0,82 procent bbp in 2018 (inclusief innovatiebevorderende belastingprikkels WBSO en Innovatiebox).

Meerjarenoverzicht overheidsmiddelen voor onderzoek en innovatie (€ mln)
20142015201621072018
Fundamenteel onderzoek3.2433.3263.2963.2733.250
Toegepast onderzoek435397388370365
Uitgaven departementen1.3351.5591.3591.2901.243
Fiscale middelen voor R&D en innovatie1.6711.6681.7791.7561.756
Bron: Nederlands Nationaal Hervormingsprogramma 2016, op basis van TWIN 2016 (Rathenau Insituut) Brontabel als csv (246 bytes)