Thema's

Innovatie: wat is het beleid?

Om innovatie te bevorderen kent het bedrijvenbeleid een mix van financiële instrumenten. Een belangrijk deel daarvan bestaat uit generieke belastingprikkels die bedrijven stimuleren om R&D te verrichten. Daarnaast zijn er enkele specifieke instrumenten die bedrijven aanzetten om deel te nemen aan publiek-private samenwerking en diverse Europese (onderzoek- en -innovatie)programma's. Door bijdragen van de Nederlandse overheid aan ruimtevaartprogramma’s van ESA (European Space Agency) verwerven Nederlandse bedrijven contracten voor het leveren van innovatieve ruimtevaarttechnologie.

Gebruik maken van Europese innovatieprogramma's

Het bedrijvenbeleid stimuleert ook kennisdiffusie over de landsgrenzen heen. Binnen Horizon2020 voor onderzoek en innovatie van de Europese Commissie kunnen bedrijven gebruik maken van drie regelingen waar Nederland als lidstaat cofinanciert: Eureka, Eurostars en Joint Technology Initiatives (JTI’s).

  • Eureka biedt landen een platform om gezamenlijk een onderzoek- en innovatieagenda op te stellen en de instrumenten om deze te implementeren. Het vormt daarmee een brug tussen nationale innovatieprogramma’s.
  • Eurostars helpt (kleine) bedrijven om marktgerichte technologische ontwikkeling uit te voeren. Het doel is de time-to-market van deze nieuwe technologieën te verkorten en de technische risico’s te verkleinen.
  • Joint Technology Initiative ECSEL: ECSEL is nauw gerelateerd aan de topsector HTSM. Een JTI is een samenwerkingsvorm van publieke en private partijen die over de landsgrenzen heen een onderzoeksprogramma uitvoeren. Binnen JTI’s werken bedrijven, kennisinstellingen, Europese Commissie en nationale overheden samen.

Het aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars laat een duidelijke groei zien. Dit zijn met name mkb-bedrijven, maar ook de deelname van kennisinstellingen in deze projecten is sterk gestegen. Eureka en JTI laten daarentegen een daling zien.

Aantal deelnemers aan EU programma's, gemiddelde 2009-2015
MKBGrootbedrijfKennisinstellingen
Eureka Clusters11,710,411,1
Eurostars252,39,1
Joint Technology Initiatives18,218,313,5
Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Brontabel als csv (137 bytes)
Verstrekte subsidie, projectkosten en totale omvang projecten EU-programma's, gemiddelde 2009-2015 (€ mln)
Verstrekte subside aan Nederlandse deelnemers (€ mln)Projectkosten voor rekening van Nederlandse deelnemers (€ mln)Totale omvang projecten waaraan Nederlandse organisaties deelnemen (€ mln)
Eureka Clusters2484234
Eurostars81939
Joint Technology Initiatives19128506
Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Brontabel als csv (287 bytes)

Ruimtevaartbeleid om nieuwe technologieën te ontwikkelen

Ruimtevaarttechnologie levert een hoog-technologische bijdrage aan diverse sectoren, wetenschap en maatschappelijke uitdagingen (denk aan satellietinformatie voor klimaat en waterhuishouding). Voor bedrijven in het ruimtevaartcluster is de overheid dikwijls de belangrijkste eerste klant. Om schaalvoordelen en kennisverspreiding te bevorderen, hebben de Europese landen een gezamenlijk ruimtevaartprogramma. Dat bestaat uit de programma’s van het European Space Agency (ESA), het aardobservatieprogramma Copernicus (EU + ESA), het navigatieprogramma Galileo (EU + ESA) en uit een onderdeel van het Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon2020. De voor ESA ingeschreven overheidsbijdragen voor ruimtevaartprogramma’s worden via open competitie in contracten uitgezet bij Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen (Geo Return-systeem).

De geo-return van Nederland – na weging van de contractomvang voor het R&D-gehalte – was in 2014  hoger dan die van de andere lidstaten. Dat komt onder meer door de locatie van ESTEC in Noordwijk, waar hoog-technologische bedrijven samenwerken om innovaties voor de ruimtevaart en andere sectoren te realiseren. De hoogte van de contractomvang per land hangt samen met de hoogte van nationale investeringen in ESA-ruimtevaartprogramma’s. De meeste landen investeerden meer in 2014 dan gemiddeld over de periode 2000-2014. Over 2015 zijn nog geen ESA-cijfers beschikbaar.

Contractomvang Europees Ruimtevaartprogramma per ESA-lidstaat (gewogen naar R&D-gehalte), 2014 (€ mln)
Gemiddeld per jaar 2000-20142014
Frankrijk447,1251
Duitsland352472
Italië238,9268
Verenigd Koninkrijk148,8223
België110,3184
Spanje98157
Zwitserland62,9114
Nederland53,184
Zweden40,156
Oostenrijk25,742
Noorwegen23,357
Denemarken14,323
Finland10,724
Ierland7,815
Portugal7,424
Luxemburg5,130
Griekenland3,112
Tsjechië2,66
Polen1,59
Roemenië1,15
Bron: ESA Brontabel als csv (411 bytes)
Retourpercentage Europees Ruimtevaartprogramma per ESA-lidstaat (gewogen naar R&D-gehalte), 2014
Retourpercentage
Nederland1,12%
Italië1,03%
Frankrijk1,02%
Duitsland1,02%
Spanje1,01%
Oostenrijk1%
Verenigd Koninkrijk0,99%
België0,99%
Zweden0,99%
Zwitserland0,98%
Portugal0,98%
Griekenland0,98%
Ierland0,97%
Noorwegen0,96%
Denemarken0,95%
Finland0,95%
Luxemburg0,95%
Tsjechië0,95%
Roemenië0,70%
Polen0,64%
Bron: ESA Brontabel als csv (353 bytes)

Budget innovatie-instrumenten meer generiek dan specifiek

Voor generieke instrumenten (WBSO, Eurostars, IPC) is in 2016 € 1.159 miljoen beschikbaar en voor specifieke instrumenten (TKI-toeslag, MIT, JTI’s, Eurekaclusters) € 133 miljoen. Uit de gerelateerde grafiek valt op te maken dat circa twee-derde van deze middelen naar het mkb gaan. Het mkb verricht 40 procent van alle private R&D in Nederland.

Budget innovatie-instrumenten: aandeel generiek en specifiek, 2016 (%)
Aandeel
Generiek90%
Specifiek10%
Bron: ministerie van Economische Zaken Brontabel als csv (39 bytes)
Benutting van budget innovatie-instrumenten: aandeel mkb en grootbedrijf, 2015 (%)
Aandeel
MKB63%
Grootbedrijf37%
Bron: ministerie van Economische Zaken Brontabel als csv (37 bytes)