PPS-toeslag
Met de “PPS-toeslag Onderzoek en Innovatie” stimuleert het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de private financiële inleg voor privaat-publieke samenwerking (PPS) tussen bedrijven en onderzoeksorganisaties. Kennisontwikkeling, -verspreiding en innovatie zijn gebaat bij intensieve samenwerking tussen de excellente Nederlandse publieke kennisinfrastructuur en innovatieve bedrijven. In 2021 is de regeling geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat de PPS-toeslag doeltreffend is in het bevorderen van onderzoek in PPS-verband. Meer informatie over de evaluatie van de PPS-toeslag.
De regeling kent twee kanten: de grondslag, aan de hand waarvan de hoogte van de subsidie voor de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) wordt bepaald, en de inzet van de subsidie door de TKI’s. Het TKI zorgt voor regie, netwerkvorming en kennis(ver)deling op het terrein van de onderzoeks- en innovatieactiviteiten. De subsidiegrondslag wordt gevormd door private bijdragen aan publiek-private R&D-projecten binnen de domeinen van de TKI’s. De TKI’s zetten die subsidie vervolgens door in nieuwe publiek-private R&D-projecten. Dit noemen we de inzetprojecten.
Belangrijkste resultaten
• De geschatte omvang van publieke en private investeringen in PPS-projecten in TKI-verband (grondslagprojecten) was in 2021 1.150 miljoen euro. Dat is 44 miljoen euro meer dan in 2020.
• Het aandeel private middelen binnen deze grondslagprojecten bedroeg 49 procent in 2021, hetgeen overeenkomt met 566 miljoen euro aan private middelen.
• In 2021 bedroeg de totale omvang van de projecten waarop PPS-toeslag is ingezet, 271 miljoen euro. Dat is 65 miljoen euro minder dan in 2020.
• Gemeten vanaf 2020 behoort 43 procent van het aantal deelnemers aan de projecten waarop PPS-toeslag is ingezet, tot het mkb.
Instrumenten PPS-toeslag
Er zijn drie manieren waarop de PPS-toeslag ingezet kan worden:
- PPS-programmatoeslag voor het TKI. Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) zetten programmatoeslag in voor onderzoek en ontwikkeling of voor innovatieactiviteiten. Het TKI kan de programmatoeslag inzetten voor samenwerkingsprojecten, netwerkactiviteiten of innovatiemakelaars.
- PPS-projecttoeslag voor een samenwerkingsverband via het TKI. Het TKI zet de PPS-projecttoeslag in voor privaat-publieke samenwerkingsverbanden die zich bezighouden met R&D. Een samenwerkingsverband bestaat minimaal uit een onderzoeksinstelling en een ondernemer. Hiervoor geldt geen minimale financiële omvang.
- PPS-projecttoeslag voor een samenwerkingsverband – via de penvoerder. Een samenwerkingsverband bestaat minimaal uit een onderzoeksinstelling en een ondernemer. De ondernemer levert een financiële bijdrage van minimaal 30 procent, in cash of in natura, aan een project met minimaal twee miljoen euro subsidiabele kosten.
Feiten en cijfers
De geschatte omvang van middelen in PPS-programma’s TKI (grondslagprojecten), inclusief het private aandeel vindt u hier.
Kenmerken van publiek-private samenwerkingsprojecten met inzet van PPS-toeslag
Let op: door een wijziging in de methodiek in februari 2023 zijn de cijfers over 2020 en 2021 aangepast. Bij de nieuwe methode is het startjaar van een project leidend gemaakt voor de rapportage. De oude methodiek ging uit van het jaar waarin projecten door de TKI’s zijn aangeleverd aan RVO. Door de nieuwe methode is er sprake van een breuk tussen 2020 en daarvoor. Hierdoor zijn de cijfers niet helemaal meer vergelijkbaar. De nieuwe methode geeft wel een zuiverder beeld.
In 2021 bedroeg de totale omvang van de projecten waarop PPS-toeslag is ingezet, 271 miljoen euro. Dat is een afname van 65 miljoen euro ten opzichte van het bedrag van 336 miljoen euro in 2020. Het gaat hierbij om kosten die deelnemers maken voor de financiering van projecten. In 2021 is 45 procent van de projectkosten gefinancierd door PPS-toeslag. Naast de gebruikelijke private bijdragen (cash en in natura) en de PPS-toeslag spelen ook andere subsidies een rol. In veel gevallen zullen dat Europese subsidies zijn of bijdragen van NWO.
Projecten met inzet van PPS-toeslag (omvang en wijze van financiering), 2013-2021 (€ mln)
Cash | Herkomst onbekend | Ingezette toeslag | Natura | Overige subsidies | |
---|---|---|---|---|---|
2013 | 54 | 0 | 27 | 120 | 73 |
2014 | 69 | 0 | 55 | 75 | 24 |
2015 | 133 | 0 | 94 | 65 | 72 |
2016 | 77 | 0 | 79 | 57 | 63 |
2017 | 108 | 6 | 120 | 97 | 118 |
2018 | 135 | 3 | 168 | 106 | 34 |
2019 | 74 | 0 | 111 | 69 | 48 |
2020 | 53 | 0 | 138 | 112 | 27 |
2021 | 57 | 0 | 123 | 74 | 15 |
Gemeten vanaf 2020 behoort 43 procent van het aantal deelnemers tot het mkb. Beperken we ons tot de Nederlandse deelnemers, dan stijgt dit percentage tot 49 procent. Van de ruim 1700 deelnemers was ongeveer 80 procent van de deelnemers een Nederlandse partij. Nader onderzoek leert dat Nederlandse kennisinstellingen en grote bedrijven vaak in meerdere projecten deelnemen en dat mkb’ers zich meestal beperken tot één of twee projecten.
Deelnemers aan PPS-inzetprojecten, 2013-2021
Grootbedrijf | Kennisinstelling | MKB | Overige partijen | |
---|---|---|---|---|
2013 | 115 | 77 | 127 | 27 |
2014 | 231 | 70 | 270 | 52 |
2015 | 240 | 89 | 361 | 108 |
2016 | 221 | 78 | 287 | 103 |
2017 | 219 | 78 | 428 | 107 |
2018 | 193 | 75 | 365 | 98 |
2019 | 225 | 90 | 405 | 151 |
2020 | 219 | 68 | 336 | 123 |
2021 | 198 | 77 | 392 | 134 |
De PPS-toeslagregeling stimuleert samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven. Private bijdragen aan onderzoek uitgevoerd door kennisinstellingen leveren toeslag op voor de TKI’s. De TKI’s zetten vervolgens toeslag in op R&D-projecten waar bedrijven actief (in natura) en/of financieel samen met kennisinstellingen in participeren. Opvallend is dat vooral de universiteiten relatief meer PPS-toeslag hebben ontvangen de afgelopen jaren. Dit komt onder andere omdat universiteiten de mogelijkheden van de regeling beter hebben benut.
Meerjarig ingezette PPS-toeslag naar ontvangende partij, 2013-2021 (€ mln)
Bedrijven | Kennisinstellingen | Universiteiten | TO2-instituten | |
---|---|---|---|---|
2013 | 1,8 | 9,2 | 5,2 | 10,9 |
2014 | 5,2 | 17,7 | 15,6 | 16 |
2015 | 5,8 | 20,6 | 26,9 | 40,9 |
2016 | 2,9 | 19,7 | 32,3 | 23,3 |
2017 | 10,7 | 20,6 | 51,7 | 35,8 |
2018 | 19,5 | 46,9 | 71,1 | 31 |
2019 | 4,8 | 11,3 | 73 | 21,6 |
2020 | 4,2 | 24,4 | 80,4 | 29 |
2021 | 6,9 | 20,6 | 73,7 | 21,5 |