Het bedrijvenbeleid is er voor alle bedrijven in Nederland. Goed functionerende bedrijven creëren werk, inkomen en materiële welvaart en voorzien tevens in de basisbehoeften van onze samenleving. Bedrijven dragen met nieuwe producten, diensten en technologieën bij aan de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, zoals de energietransitie, de verduurzaming van de industrie en de digitalisering. En daarmee ook aan de maatschappelijke vooruitgang en de kwaliteit van het leven. Het bedrijvenbeleid stimuleert innovatie en ondernemerschap, en faciliteert de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie. Het draagt zo bij aan onze duurzame welvaartsgroei.
Hoe staat Nederland ervoor?
De kengetallen in onderstaande tabel geven een beeld hoe Nederland ervoor staat. EZK streeft met het bedrijvenbeleid naar een koppositie voor Nederland op deze ranglijsten. Hieronder worden de posities van Nederland kort toegelicht.
Kengetallen
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Arbeidsproductiviteitsniveau (positie NL) | 6 | 6 | 6 | 6 | 9 | 9 | 10 | 10 |
Global Competitiveness Index (positie NL) | 8 | 5 | 4 | 5 | 6 | 4 | n.n.b. | n.n.b. |
European Innovation Scoreboard (positie NL)* | 6 | 5 | 5 | 4 | 4 | 4 | 5 | 4 |
RenD-intensiteit (in % van bbp)** | 2,17 | 2,15 | 2,15 | 2,18 | 2,14 | 2,18 | 2,31% | n.n.b. |
Omvang pps-projecten (in mln euro)** | 814 | 970 | 1060 | 1207 | 1282 | 1238 | 1106 | 1150 |
Uitstoot broeikasgassen industrie (CO2-equivalenten) | 55,8 | 54,5 | 55 | 55,9 | 54,7 | 53,9 | 53,1 | 53,1 |
Kwaliteit ondernemersklimaat (positie NL) | 3 | 2 | 2 | 2 | ||||
Ranglijst digitale economie en maatschappij (DESI) | 4 | 4 | 4 | 3 | 4 | 4 | 4 | 3 |
* Positie in Innovation Union Scoreboard als voorganger van European Innovation Scoreboard.
** Voorlopige cijfers voor 2019, nader voorlopige cijfers voor 2017 en 2018.
Arbeidsproductiviteitsniveau: Nederland verliest terrein
Het niveau van arbeidsproductiviteit geeft aan hoe vernieuwend bedrijven zijn en hoe efficiënt er gewerkt wordt. Nederland stond in 2022 op de tiende plaats op de ranglijst van landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Dit is enkele plaatsen lager vergeleken met enkele jaren terug. Dit komt mede doordat de arbeidsproductiviteit in Nederland sinds 2009 niet of nauwelijks meer groeit. Daardoor blijft Nederland internationaal achter bij de Verenigde Staten en andere top-10-landen. Meer informatie over het arbeidsproductiviteitsniveau in Nederland.
Global Competitiveness Index
Hoe makkelijk is het om een bedrijf op te richten? Hoe sluit het onderwijs aan op behoeften van bedrijven? Op basis van dit soort gegevens wordt de Global Competitiveness Index (GCI) samengesteld. Deze ranglijst staat in het Global Competitiveness Report, dat is opgesteld door het World Economic Forum (WEF). De GCI geeft aan hoe concurrerend nationale economieën zijn. Nederland stond in 2019 op de vierde plaats van meest concurrerende economieën ter wereld. Nederland had in 2019 Zwitserland ingehaald en werd de meest concurrerende economie in Europa. Mede vanwege corona is de GCI de laatste jaren niet verschenen. Meer informatie over de positie van Nederland op de Global Competitiveness Index.
European Innovation Scoreboard: Nederland innovatieleider
Op het European Innovation Scoreboard (EIS) staan de prestaties van EU-landen waar het gaat om onderzoek en innovatie. Op deze ranglijst stond Nederland in 2021 weer op de vierde plek. Nederland behoort hiermee tot de kopgroep van zogenoemde innovatieleiders (25 procent boven het EU-gemiddelde) in Europa, aangezien Nederland 29 procent boven het EU-gemiddelde scoort. Meer informatie over de positie van Nederland op het European Innovation Scoreboard.
R&D-intensiteit Nederland: boven EU, onder OESO-gemiddelde
Hoeveel geeft een land uit aan Research en Development (R&D)? R&D is belangrijk om nieuwe kennis te verkrijgen en is daarmee ook van invloed op mogelijke innovaties. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) publiceert jaarlijks nationale R&D-uitgaven ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product (bbp) van het land. In 2020 bedroegen de R&D-uitgaven in Nederland 2,31 procent van het bbp. Met dit cijfer komt Nederland boven het gemiddelde van de EU (2,12 procent) uit. Nederland blijft wel achter bij het OESO-gemiddelde (2,68 procent). Meer informatie over de omvang van de R&D-investeringen in Nederland.
Omvang pps-projecten neemt weer licht toe
Bij Publiek-Private Samenwerking (PPS) werken kennisinstellingen, bedrijven en de overheid samen aan R&D. De omvang van de publiek-private R&D-samenwerking die plaatsvindt binnen de programma’s van de Topconsortia voor Kennis & Innovatie (TKI’s) is vanaf de start in 2013 tot 2019 sterk toegenomen. In 2019 en 2020 is sprake geweest van een lichte daling. De voorlopige schatting over 2021 toont weer een lichte stijging. Meer informatie over de omvang van de publiek-private R&D-samenwerking in Nederland.
Uitstoot broeikasgassen industrie neemt nauwelijks af
De Nederlandse industrie stootte in 2021 53 Mton (CO2-equivalenten) broeikasgasemissies uit. De uitstoot is ten opzichte van 1990 met meer dan 33 Mton gereduceerd: een daling van 39 procent terwijl de productie gegroeid is. Dit laat zien dat de ontwikkeling van de industriële productie sinds 1990 niet meer automatisch gepaard gaat met de uitstoot van broeikasgassen. Sinds 1990 is er sprake van een absolute ontkoppeling: een lagere industriële uitstoot van broeikasgas ging gepaard met een productietoename. De uitstoot van de Nederlandse industrie is sinds 2015 ongeveer hetzelfde gebleven. Meer informatie over de uitstoot van broeikasgassen door de Nederlandse industrie.
Kwaliteit ondernemersklimaat: NL behoort tot de koplopers
De National Entrepreneurship Context Index (NECI) van de Global Entrepreneurship Monitor 2021/2022 geeft aan hoe ondernemersvriendelijk een land is. Nederland staat in deze index net als in de voorgaande editie op de tweede plek van de 50 deelnemende landen. Nederland scoort vooral goed op het gebied van fysieke, commerciële en juridische infrastructuur en culturele en sociale normen. Meer informatie over de positie van Nederland op de NECI.
Digitale economie en maatschappij: NL doet het goed
Het kabinet streeft ernaar om digitale koploper van Europa te worden. Nederland doet het goed op digitaal gebied en staat op de derde plaats van de Digital Economy and Society Index (DESI) 2021. Nederland scoort relatief hoog als het gaat om de economische en sociale impact van ICT op de economie. Wereldwijd staat Nederland hier derde. Meer informatie over de positie van Nederland op de DESI.
Wat is het beleid?
Wat zijn de ambities?
Nederland behoort tot de top van de meest dynamische en concurrerende kenniseconomieën in de wereld. Het bedrijvenbeleid is er dan ook op gericht op het behouden van de toppositie en het verder versterken ervan. Zodat onze welvaart in den brede voor toekomstige generaties behouden blijft.
Het bedrijvenbeleid stimuleert innovatie en ondernemerschap, en faciliteert de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie. Het draagt zo bij aan onze duurzame welvaartsgroei. Daarbij zorgt het beleid er ook voor dat een stabiele economische groei samen gaat met een hoge kwaliteit van onze leefsituatie. Nederland blijft daardoor internationaal aantrekkelijk om in te wonen, te werken en te leven. De strategie is niet alleen belangrijk voor het behoud van onze materiële welvaart maar ook om maatschappelijk vooruit te komen, zoals onder meer op het gebied van de energietransitie, duurzaamheid, veiligheid, gezondheid, voedselkwaliteit en een uitdagende werkomgeving.
Het coronavirus heeft onze samenleving en economie de afgelopen twee jaar ernstig op de proef gesteld. Ook de economische vooruitzichten op korte termijn zijn minder rooskleurig door onder meer de energiecrisis, de economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne, vraaguitval en de gevolgen van de koopkrachtdalingen. De veerkracht van de Nederlandse economie tijdens de coronacrisis bleek echter groot. Vanaf het vierde kwartaal 2019 gerekend is van alle grote EU-landen het herstel van het bbp het sterkst geweest in Nederland, zelfs nog sterker dan in de VS. Nederland staat er medio 2022 dan ook goed voor in internationaal perspectief. Maar de komende periode zal de veerkracht en weerbaarheid van onze economie, burgers en bedrijven opnieuw op de proef worden gesteld.
Wat is de rol van bedrijven?
Bedrijven zijn sleutelspelers in onze samenleving. Als de gebeurtenissen van de afgelopen tijd zoals de coronacrisis één ding duidelijk heeft gemaakt dan is het wel de kwetsbaarheid van onze manier van leven en werken. Gezondheid, de beschikbaarheid van voldoende zorg, inkomen, werk of winstgevende bedrijvigheid en zelf onze energievoorziening zijn niet vanzelfsprekend. Goed functionerende bedrijven hebben naast werk en inkomen ook een maatschappelijke functie, waardoor werknemers zich gewaardeerd en betrokken voelen. Ze kunnen zich bovendien via opleidingen en cursussen verder ontwikkelen.
Daarnaast hebben bedrijven een maatschappelijke verantwoordelijkheid om negatieve gevolgen van hun economische activiteiten te beperken. Denk hierbij aan gevolgen voor onze leefomgeving en samenleving. Zo dragen bedrijven bij aan maatschappelijk verantwoorde en CO2-arme producten, eerlijke prijzen, goede lonen en pensioenvoorzieningen. Bovendien komen bedrijven met nieuwe producten, diensten en technologieën die inspelen op de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, zoals de energietransitie en verduurzaming van de industrie en de digitalisering.
Kortom, met het bedrijvenbeleid zorgt EZK er voor dat alle bedrijven – groot en klein – goed kunnen presteren en hun bijdrage kunnen leveren aan de brede welvaart van onze samenleving.
Wat is de rol van samenwerking?
Het speelveld strekt zich daarbij uit buiten de grenzen van de “bedrijfspoort”. Samenwerking en maatschappelijke betrokkenheid zijn belangrijk voor onze welvaartsgroei. Samenwerking tussen grote internationaal opererende ondernemingen en het midden- en kleinbedrijf is essentieel voor het ondernemerssucces. Ook internationale samenwerking is onmisbaar voor een open economie zoals die van Nederland. Strategische samenwerking tussen bedrijven, (hoge)scholen en wetenschap is ook belangrijk: de wetenschap en de (hoge)scholen bieden ideeën en mogelijkheden voor ontwikkeling en het bedrijfsleven ziet de mogelijkheden voor toepassing van nieuwe technologieën in nieuwe producten, diensten of productieprocessen. Ook op het terrein van de maatschappelijke uitdagingen zoals fossielarm energiegebruik, gezondheid, hybride werken en veiligheid. Ook de fysieke ruimte en een adequate ruimtelijke ordening voor bedrijven en transities zijn een voortdurend aandachtspunt. Hiervoor is vooral goede samenwerking tussen het Rijk en de regio vereist.
Hoeveel geld is er beschikbaar voor het bedrijvenbeleid?
Om de ambities en doelen van het bedrijvenbeleid te realiseren, is in 2023 in totaal zo’n 13,7 miljard euro beschikbaar. Dit wordt gefinancierd uit de EZK-begroting. Hiermee kunnen subsidies, garanties, leningen of belastingkortingen worden verstrekt. Vergeleken met de middelen die in 2021 zijn vrijgemaakt voor het bedrijvenbeleid is dat zo’n 4 miljard euro minder. Deze forse afname heeft te maken met het stopzetten van het steun- en herstelpakket van het kabinet in de loop van 2022.
De verdeling van de middelen van het bedrijvenbeleid ziet er in 2023 als volgt uit:
Fiscale stimulering ondernemerschap: 10,8 miljard euro
Hiervan gaat 4 miljard euro naar directe fiscale ondersteuning van ondernemers (zoals de Mkb-winstvrijstelling en de Zelfstandigenaftrek) en 3,6 miljard euro naar fiscale innovatiestimulering (zoals de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) en de Innovatiebox). Daarnaast gaat ongeveer 2,2 miljard euro naar sectorstimulering (via onder andere verlaagd tarief motorrijtuigenbelasting bestelauto’s).
Niet-fiscale stimulering: ongeveer 2,9 miljard euro
Dit bestaat onder meer uit directe subsidies om innovatie en ondernemerschap te bevorderen. Deze directe subsidies nemen sterk af door de afbouw van de coronasteunmaatregel TVL (teruggaaf vaste lasten). De overige niet-fiscale stimuleringskosten gaan over bijdragen aan kennisinstituten (TNO, GTI’s en STW) en uitvoeringsorganisaties (RVO en KvK/ondernemerspleinen).
Financiële middelen voor het bedrijvenbeleid, vergelijking 2021 en 2023 (€ mln)
Som van 2021, o.b.v. Rijksbegroting 2023 (mln) | Som van 2023, o.b.v. Rijksbegroting 2023 (mln) | |
---|---|---|
Garanties | 29,003 | 112,195 |
Directe subsidies | 5705,698 | 1452,789 |
Leningen | 546,75 | 316,184 |
Bijdragen aan organisaties | 932,783 | 1035,829 |
Fiscaal: regelingen voor bedrijfsoverdracht | 859 | 891 |
Fiscaal: sectoren stimuleren | 2050 | 2191 |
Fiscaal: innovatie stimuleren | 3263 | 3632 |
Fiscaal: ondernemers stimuleren | 4362 | 4046 |
Weinig subsidies, veel fiscaal
Tot de coronacrisis lag het accent van het bedrijvenbeleid vooral op fiscale stimulering van alle bedrijven en ondernemerschap en minder op directe subsidies. Als voorbeeld: in 2009 bestond 4,5 procent van de financiële middelen gericht op innovatie en ondernemerschap uit directe subsidies. In 2018 was dit percentage teruggelopen tot 1,0 procent. Door de steunmaatregelen in de vorm van subsidies liep dit percentage in 2021 tijdelijk scherp op tot 32 procent. In 2023 bedraagt dit percentage 10,6 procent. Dit percentage is nog substantieel hoger dan in 2018 onder meer door de middelen voor het Nationale Groeifonds.
Nederland scoort, internationaal gezien, gemiddeld als het gaat om financiële stimulering van bedrijfs-R&D en innovatie. Dat blijkt uit een internationale vergelijking van de OESO voor 2019. Net als in Nederland is in andere landen de laatste jaren een verschuiving zichtbaar naar meer fiscale ondersteuning van R&D door bedrijven. Nederland scoort eveneens gemiddeld bij de directe financiering (subsidies, kredieten en overheidsopdrachten) van bedrijfs-R&D. Overigens neemt de OESO de 'patentbox' (in Nederland is dat de Innovatiebox) niet mee in deze vergelijking. De geschatte middelen voor de innovatiebox bedroegen in 2019 1,34 miljard euro.
Top-20-landen met hoogste ondersteuning van bedrijfs-R&D (% BBP), 2019
2017 | Fiscale faciliteiten om bedrijfs-RenD te stimuleren (% BBP) | Directe overheidsfinanciering van bedrijfs- RenD (% BBP) |
---|---|---|
Rusland | 0,1015 | 0,3766 |
Frankrijk | 0,282 | 0,1152 |
Belgie | 0,2971 | 0,063 |
Verenigd Koninkrijk | 0,209 | 0,0868 |
Korea | 0,1341 | 0,1601 |
Canada | 0,1303 | 0,0565 |
Oostenrijk | 0,1581 | 0,0783 |
Ijsland | 0,1064 | 0,1239 |
Noorwegen | 0,1263 | 0,1038 |
Verenigde Staten | 0,0805 | 0,1279 |
Hongarije | 0,057 | 0,1322 |
Ierland | 0,1508 | 0,0429 |
Italië | 0,1572 | 0,0299 |
Nederland | 0,1601 | 0,0244 |
Slovenië | 0,1067 | 0,074 |
Australië | 0,143 | 0,0226 |
Japan | 0,1222 | 0,0233 |
Portugal | 0,1164 | 0,0281 |
Tsjechië | 0,0499 | 0,0791 |
China | 0,0694 | 0,0572 |