Borgen fysieke ruimte en goede ruimtelijke ordening voor bedrijven

De ruimte voor bedrijven staat onder druk. Er is meer ruimte nodig voor wonen, de energietransitie en natuur, naast voldoende en goede ruimte voor bedrijvigheid op de juiste plek.

Hoe staat Nederland ervoor?

Het grootste deel van het bodemgebruik bestaat uit agrarisch terrein, water en natuur (volgens cijfers van het CBS bijna 85 procent van het totale oppervlak). Het fysieke grondgebruik voor bedrijven zoals bedrijventerreinen en kantoren bedroeg in 2017 2,6 procent van het totale oppervlakte van Nederland als we het wateroppervlakte buiten beschouwing laten.

Bodemgebruik 2017

Bodemgebruik 2017
Bodemgebruik 2017% van totaal
Agrarisch terrein53,70%
Water19,00%
Natuur12,10%
Bebouwd terrein - Woonterrein5,80%
Verkeersterrein2,80%
Recreatieterrein2,60%
Bebouwd terrein - Bedrijfsterrein2,10%
Bebouwd terrein - Overig bebouwd terrein1,00%
Semi-bebouwd terrein0,90%
Bron: CBS Brontabel als csv (291 bytes)

Ontwikkeling in ruimte gebruik bedrijventerreinen

Tussen 2000 en 2017 is het areaal agrarisch terrein sterk afgenomen ten gunste van de ruimte voor vooral wonen, natuur, bedrijven, recreatie en water. Het bodemgebruik voor wonen nam met 26.000 hectare (ha) het meeste toe, gevolgd door de toename van natuur met bijna 20.000 ha.

Bodemgebruik 2017-2020

Bodemgebruik 2017-2020 Verschil 2017-2020 (x 100 ha.)
Bodemgebruik 2017-2000Verschil in ha 2017-2000 (x 1000  ha.)
Agrarisch terrein-90,986
Semi-bebouwd terrein-5,177
Bebouwd terrein - Overig bebouwd terrein2,551
Verkeersterrein4,969
Water12,483
Recreatieterrein13,795
Bebouwd terrein - Bedrijfsterrein16,927
Natuur19,361
Bebouwd terrein - Woonterrein26,119
Bron: CBS Brontabel als csv (329 bytes)

Welke knelpunten zien we?

Bedrijventerreinen concurreren met ruimte voor woningbouw. De transitie van onze energie-intensieve industrie en de grootschalige logistieke bedrijvigheid vragen de komende jaren extra ruimte.

Om zicht te krijgen op de ruimtelijke economische ontwikkelingen richting 2050 wordt door ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een Ruimtelijk Economische Verkenning 2050 opgesteld die ook een bouwsteen zal vormen voor de Nota Ruimte.

Meer over de ruimtevraag van bedrijven

Wat is onze ambitie?

In het 'Programma Ruimte voor Economie' zet EZK in op het realiseren van voldoende en kwalitatief goede ruimte voor bedrijvigheid op de juiste plek. Het programma heeft vier doelstellingen:

  • Ruimte voor een circulaire en CO2-neutrale industrie
  • Ontwikkelruimte voor kennisindustrie en kennisclusters
  • Inpassing van grootschalige bedrijfsvestigingen
  • Goede en betaalbare vestigingsmogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf

Samen met provincies, gemeenten en bedrijfsleven willen we bedrijfsactiviteiten ruimtelijk faciliteren die cruciaal zijn voor de transities en de weerbaarheid van de economie.

Hoe gaan we dat realiseren?

Om dit tactische doel te realiseren zijn in het Nationaal Programma Ruimte voor Economie vier zogenoemde ‘actielijnen’ opgesteld:

  • Het opbouwen en in stand houden van een uniforme kennisbasis met als doel vraag en aanbod optimaal bij elkaar te brengen
  • Zorgen voor voldoende fysieke ruimte voor clusters van nationaal belang
  • Realiseren van toekomstbestendige bedrijfsterreinen
  • Sturen op een gezonde woon-werkbalans in stedelijke gebieden

Om welke bedragen gaat het?

Voor 2023 staat op de begroting van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat zo’n 45 miljoen euro aan verplichtingen die aan dit tactische doel zijn te koppelen. Hierin zitten nog niet de middelen voor het Nationaal Programma Ruimte voor Economie.

Wat heeft het tot nu toe opgeleverd?

Het programma wordt in oktober 2023 vastgesteld en heeft daarmee nog geen meetbare resultaten opgeleverd. Een succesvolle uitvoering van een programma valt of staat met een goed ingerichte monitoringstructuur en sturingsfilosofie.

Momenteel is het Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem (IBIS) de belangrijkste basis voor het registreren en raadplegen van gegevens over werklocaties. Vanuit dit programma wordt de geleidelijke uitbouw van IBIS door provincies ondersteund.

Gerelateerde beleidsinstrumenten