Ruimtevaartbeleid

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) coördineert het ruimtevaartbeleid om de maatschappelijke, wetenschappelijke, economische en politiek-strategische relevantie van ruimtevaart voor Nederland te maximaliseren.

Zonder ruimtevaart beschikken we niet over satellietdata, satellietnavigatie en satellietcommunicatie. Technologieën die inmiddels in de haarvaten van onze economie en samenleving zijn doorgedrongen.

In het kort

  • Bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen kunnen contact opnemen met het Netherlands Space Office (NSO) indien zij ambities hebben om deel te nemen in ruimtevaartprogramma’s. Omdat ruimtevaart complex en kostbaar is, participeert Nederland in internationale ruimtevaartprogramma’s van het Europese Ruimtevaartagentschap (ESA) en de Europese Unie (EU).
  • De ministeries van EZK en OCW investeren jaarlijks circa 110 miljoen euro in ruimtevaartprogramma’s, waarvan het merendeel via programma’s van ESA.
  • In de periode 2015-2022 was de geo-return van Nederland bij ESA 1,08 procent.
  • In de periode 2015-2022 bedroeg de R&D-contractomvang van 218 Nederlandse deelnemers bij ESA gezamenlijk 727 miljoen euro.
  • Het onderzoeksbureau Dialogic berekende in 2020 dat de ruimtevaartsector in Nederland in 2018 naar schatting goed is voor circa 10.500 FTE, 1,9 miljard euro productiewaarde, en één miljard euro toegevoegde waarde. Maar de bijdrage van ruimtevaart aan maatschappelijke, wetenschappelijke en politiek-strategische doorbraken is minstens zo belangrijk.

Hoe werkt het?

Nederland levert via ESA, de EU en Eumetsat een bijdrage aan Europese autonome en betaalbare toegang en gebruik van de ruimte. Nederland wil de vestiging van het Europese Ruimtevaartagentschap (ESA) in Noordwijk (ESTEC) behouden en verbinden met het ruimtevaartcluster (zie de brief aan de Tweede Kamer van 20 oktober 2022).

Het Netherlands Space Office (NSO) voert het ruimtevaartbeleid uit en vertegenwoordigt op onderdelen Nederland bij de EU en de ESA.

Om schaalvoordelen en kennisverspreiding te bevorderen, werkt Nederland samen met hoofdzakelijk Europese landen in ruimtevaartprogramma’s. Dat zijn met name programma’s van ESA, Eumetsat, het aardobservatieprogramma Copernicus (EU + ESA), het navigatie-programma Galileo (EU + ESA) en het ruimtevaartdeel van het Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon Europe.

De voor ESA ingeschreven overheidsbijdragen voor ruimtevaartprogramma’s worden (meestal via open competitie) in contracten uitgezet bij Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen (Geo Return-systeem).

Zie ook
Kamerbrief ruimtevaartbeleid 2022
Complete uitleg over Netherlands Space Office
Cluster 4: Digital, Industry and Space (europa.eu)

Om welke bedragen gaat het?

In de periode 2018–2022 investeerden de ministeries van EZK en OCW 563 miljoen euro in ruimtevaartprogramma’s (Bron: Jaarverslagen EZK en OCW) . Het betrof voor het merendeel ESA-programma’s, maar een deel van deze middelen werd via nationale instrumenten besteed.

Tijdens de Ministeriële Conferentie (CM22) van het Europese Ruimtevaartagentschap ESA eind november 2022 heeft Nederland 389 miljoen euro in Europese ruimtevaartprogramma’s ingeschreven. De Nederlandse inschrijving was hiermee 37 procent hoger ten opzichte van de vorige ESA Ministeriële Conferentie in 2019. Door het geo-return beginsel van ESA vloeien deze bedragen terug naar Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen die in ESA-programma’s deelnemen.

Wie profiteren ervan?

Ruimtevaarttechnologie levert een hoogtechnologische bijdrage aan economische sectoren, de wetenschap en maatschappelijke uitdagingen. Daar profiteren uiteindelijk gebruikers van binnen bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen. En uiteindelijk wij allemaal via bijvoorbeeld satelliet-navigatie in onze auto, goede weersvoorspellingen en satellietcommunicatie op moeilijk bereikbare locaties in de bergen of op zee.

Het economische belang van ruimtevaart groeit wereldwijd sneller dan gemiddeld. Niet alleen omdat we satellietdata steeds beter kunnen toepassen, maar ook omdat overheden steeds meer in ruimtevaart investeren om minder afhankelijk te worden van elkaar (strategische autonomie).

We blijven wereldwijd samenwerken in de ruimte. De ruimte blijft namelijk een gebied voor grensverleggend onderzoek en exploratie en inspireert miljoenen mensen. Bovendien wekt het bij jongeren de interesse voor techniek en wetenschap.

Voorbeelden van projecten

  • Met TNO, Defensie en een consortium van bedrijven wordt nieuwe technologie voor laser-satellietcommunicatie ontwikkeld. Nieuwe optische technologie voor satelliet-communicatie zal veiliger en sneller worden dan huidige satelliet-communicatie op basis van radiosignalen.
  • Met ESTEC (het ontwikkel- en testcentrum van ESA in Noordwijk) en regionale overheden wordt gewerkt aan de NL Space Campus, een hub voor open innovatie waar bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen samenwerken op het gebied van innovatie voor de ruimtevaart.

Wat heeft het opgeleverd?

In de periode 2015-2022 bedroeg de R&D-contractomvang van 218 Nederlandse deelnemers bij ESA gezamenlijk 727 miljoen euro.

Contractomvang Nederlandse deelnemers, 2015-2022

Contractomvang Nederlandse deelnemers, 2015-2022
JaarAantal deelnemers in Nederland dat ESA-contracten ontvangen heeft (cumulatief vanaf 2015)Omvang contracten van deelnemers in Nederland die ESA-contracten ontvangen hebben (€ mln, cumulatief vanaf 2015)
2015121145
2016121264
2017136371
2018160428
2019179501
2020193567
2021208666
2022218727
Bron: Netherlands Space Office Brontabel als csv (323 bytes)

In de periode 2015-2022 was de geo-return van Nederland bij ESA 1,08 procent. De geo-return van Nederland bij ESA was van 2015 tot en met 2022 - op Estland na - hoger dan die van de andere lidstaten. Dat komt onder meer door de locatie van ESTEC, de belangrijkste vestiging van ESA in Noordwijk.

Retourpercentage 2015-2022

Retourpercentage 2015-2022
Retourpercentage 2015-2022
Estland1,36
Nederland1,08
Spanje1,07
Portugal1,06
Zwitserland1,04
België1,01
Italië1,01
Duitsland1,01
Griekenland1
Finland1
Luxemburg0,99
Frankrijk0,99
Zweden0,96
Oostenrijk0,96
Verenigd Koninkrijk0,96
Ierland0,95
Denemarken0,93
Noorwegen0,93
Polen0,91
Tsjechië0,91
Roemenië0,69
Hongarije0,68
Bron: Netherlands Space Office Brontabel als csv (370 bytes)

Evaluatie van het Ruimtevaartbeleid 2012-2016 (2018)